Het leven van de oefenaar Wulfert Floor
Als kind al had Wulfert Floor maar één verlangen: God kennen, Hem dienen en andere mensen inwinnen voor Zijn Koninkrijk. Over het leven van de bekende landbouwer uit Driebergen verscheen dit najaar een jeugdboek: ”Wulferts grootste wens”.
Zijn laatste schooldag was in maart 1830. Net als de andere kinderen kreeg Wulfert Floor van zijn meester een vel papier waarop hij een gedicht, vers of psalm mocht schrijven, als aandenken aan de schoolperiode. Met een ganzenveer schreef de 11-jarige jongen een vers uit Psalm 143 op: „Leer mij, o God van zaligheden, mijn leven in Uw dienst besteden.”Wulfert Floor zou de pen later nog vele malen opnemen. Honderden en nog eens honderden bladzijden heeft hij volgeschreven met preken die hij als eenvoudige landbouwer hield. Als oefenaar ging Wulfert Floor overal in het land voor. Meestal preekte hij in boerderijen en schuren. Voor veel mensen was hij tot zegen. Tot op de dag van vandaag worden zijn ”nagelaten oefeningen” gelezen. Ook door jonge mensen.
De wens van Wulfert Floor is ruimschoots in vervulling gegaan. Dat blijkt wel uit het boek dat speciaal voor kinderen vanaf ongeveer elf jaar over hem is geschreven door J. Kranendonk-Gijssen. Niet lang na zijn afscheid van school kwam hij in aanraking met kinderen van God die elkaar van tijd tot tijd opzochten. Ook Wulfert Floor werd uitgenodigd voor een bezoek aan de gezelschappen.
Over de persoonlijke bekering van Wulfert Floor schrijft de auteur sober en terughoudend. Hoe hij God leerde kennen staat niet zozeer centraal, maar wel dát hij God heeft leren kennen en liefhebben. Het bleek uit zijn leven. De mensen om hem heen zagen het. De plaatselijke predikant vroeg hem om hulp tijdens de catechisaties. En het duurde niet lang of de jonge landbouwer kreeg de vraag voorgelegd om korte meditaties te houden. Hij stemde erin toe.
Natuurlijk wil Kranendonk-Gijssen haar jeugdige lezers iets meegeven van de boodschap die Floor in zijn dagen uitdroeg. Zo beschrijft zij hoe Floor ooit voorging in de boerderij van zijn oom. Als de jongens op de hooizolder en de hanenbalken hun plaatsje hebben ingenomen, mediteert de landbouwer over Prediker 11. „Als we alleen de blijdschap van de wereld kennen, jonge mensen, zullen we ook met de wereld vergaan. Denk daar toch veel aan! Ik zegt het jullie uit de liefde van mijn hart: het is voor ons allemaal nodig dat onze zonden bedekt worden door het bloed van de Heere Jezus. Anders zullen we God niet zonder verschrikken kunnen ontmoeten. Zullen jullie daar veel om vragen?”
Op een eenvoudige, fijngevoelige wijze beschrijft de auteur het leven van de rondreizende prediker die zijn boerderij in Driebergen als uitvalsbasis voor zijn werk had. Ongetwijfeld heeft zij geput uit de voorredes die hij schreef in zijn boeken en uit de levensbeschrijving van ds. J. T. Doornenbal. De tekeningen in het boek zijn geheel in stijl: prachtig zoals Rino Visser ze maakt.
Eenvoudig was Floors leven niet. Hij verloor op jonge leeftijd een broer aan de tyfus, wat op hem grote indruk heeft gemaakt. Als vader stond hij aan het graf van zijn zoontje Wulferd. In de Statenbijbel schreef Floor dat hij was overleden „in de kleine ouderdom van 48 dagen.” Toen hij 48 jaar was, brak er veepest uit. De overheid schreef voor dat veel dieren, ook gezonde, moesten worden gedood. Floor klom in de pen om koning Willem III te vragen daarvan af te zien. „Wij mogen met Gods schepping niet alles doen wat wij willen”, schreef hij.
Wulfert Floor stierf enkele jaren na het overlijden van zijn vrouw. Kort voor zijn sterven in mei 1876 schreef hij dat hij de dood dichterbij voelde komen, maar dat hij zich troostte met het feit „dat de Heere mij heeft geleerd dat ik niet door mijn eigen doen en laten zalig zou kunnen worden. Ik heb vaak in de Heere Jezus vrede en troost gezocht én gevonden.”
N.a.v. ”Wulferts grootste wens”, door J. Kranendonk-Gijssen; uitg. Den Hertog, Houten, 2005, ISBN 90 331 1918 8; 102 blz.; € 7,90.