Economie

Pleidooi voor liberalisering op WTO-top

HONGKONG (ANP) - „In veel ontwikkelingslanden is de financiële sector een ramp. Op leningen rusten vaak torenhoge rentes en de dienstverlening is van slechte kwaliteit. De liberalisering van de dienstensector is niet alleen in het belang van rijke landen, maar ook voor de arme landen zelf.”

14 December 2005 11:06Gewijzigd op 14 November 2020 03:17

Aan het woord is Winand Quaedvlieg, secretaris internationale economische zaken van de Nederlandse werkgeversorganisatie VNO-NCW. Quaedvlieg woont in Hongkong de conferentie bij van de wereldhandelsorganisatie WTO over liberalisering van de wereldhandel. Op de agenda staat onder meer vrijmaking van de dienstensector.Nederland heeft veel te halen in Hongkong, want ongeveer 70 procent van de economie bestaat uit diensten. Een akkoord over verdere liberalisering van sectoren als transport, telecom en banken in ontwikkelingslanden is dus zeker in het belang van Nederlandse bedrijven. Tegelijk, zegt Quaedvlieg, is het zeker op termijn ook goed voor de ontwikkelingslanden zelf.

Quaedvlieg noemt als voorbeeld de transportsector in China. Voor vervoer in het binnenland zijn mensen en bedrijven handenvol geld kwijt. Transportbedrijven werken inefficiënt en er is corruptie. Door de hoge kosten kunnen andere productiebedrijven hun producten niet exporteren. Als ze de dienstensectoren op orde hebben, hebben andere sectoren daar ook wat aan, zegt hij.

In Hongkong ligt nu een tekst op tafel die onderhandelingen over liberalisering per sector mogelijk moet maken. De tekst is niet geheel vrijblijvend voor ontwikkelingslanden. Als ze worden uitgenodigd om aan de onderhandelingstafel plaats te nemen, kunnen ze niet zomaar wegblijven. Er is tot op zekere hoogte sprake van enige „groepsdwang”, zegt ook Quaedvlieg.

Het Nederlandse onderzoeksbureau Somo vreest dat bedrijven in ontwikkelingslanden het loodje kunnen leggen als de liberalisering te snel van de grond komt. Somo houdt zich onder meer bezig met de gevolgen van de internationalisering van het bedrijfsleven voor met name ontwikkelingslanden.

Volgens Myriam Vander Stichele van Somo is Thailand een goed voorbeeld hoe liberalisering verkeerd kan uitpakken. Toen grote supermarkten als het Franse Carrefour zich in het land konden vestigen, verdween in vier jaar tijd 14 procent van de kleine plaatselijke supermarkten.

Vander Stichele vindt daarom onder meer dat eerst moet worden onderzocht wat de effecten van liberalisering kunnen zijn. „Daarna kun je altijd nog overwegen of je het onderbrengt in het dienstenverdrag”, zegt ze.

Quaedvlieg erkent dat kleine bedrijven er op korte termijn aan onderdoor kunnen gaan, maar daar staan voor de economie als geheel weer voordelen tegenover. „Vergeet niet dat veel bedrijfjes in arme landen inefficiënt opereren. Door buitenlandse investeringen komen daar efficiënte en hoogwaardige bedrijven voor in de plaats. Dat is een voorwaarde voor andere sectoren om zich te kunnen ontwikkelen. Bovendien: als een dienstenbedrijf investeert in een land, is normaal alle werkgelegenheid lokaal. Dat betekent dat mensen ter plekke worden opgeleid.”

Quaedvlieg vindt het dan ook redelijk dat westerse landen in ruil voor concessies op het gebied van landbouw (het grote onderwerp in Hongkong) iets terugkrijgen. „Natuurlijk moeten de ontwikkelingslanden in de onderhandelingen worden ontzien, door bijvoorbeeld overgangstermijnen in te lassen en minder vergaande verplichtingen. Maar ze zullen mee moeten komen in de economie van deze tijd. De WTO is geen sinterklaasfeest waar alleen cadeaus worden uitgedeeld. Alle landen moeten ook verplichtingen aangaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer