Cultuur & boeken

Over de navolging van Christus

Hoe kan ik in de praktijk christen zijn? Dat is een vraag waar heel wat mensen mee zitten. Ze verlangen ernaar, maar hoe komt het zover? Dr. Jos Douma, gereformeerd vrijgemaakt predikant te Haarlem, gaat op deze vragen in. Als vervolg op zijn boek ”Jezus ontdekken. 33dagenboek” schreef hij nu ”Jezus uitstralen. Worden als Hij”.

Ds. P. D. J. Buijs
14 December 2005 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 03:17

Het boek bestaat uit vier delen, die elk zeven onderdelen bevatten. Zo komen aan de orde: zeven Bijbelse uitdrukkingen over het leven uit Christus, zeven uitstralingsmogelijkheden om trekken van de Heere Jezus te weerspiegelen, zeven praktijksituaties waarin dat kan gebeuren en zeven geestelijke oefeningen om dat te bereiken.Het boek is bedoeld als een dagboek en als materiaal voor een gespreksgroep of een ’gemeenteproject’, waarin men gezamenlijk met dit thema aan de slag kan. Het uitgangspunt is dat elke lezer christen is en dat de Geest op hem of haar rust (blz. 14). De vraag of dat zo is, is kennelijk een gepasseerd station.

Verzoening

De schrijver maakt veel goede en rake opmerkingen over de wijze van leven die de Heere van de Zijnen vraagt. Met name de hoofdstukken over de uitstralingsmogelijkheden en de praktijksituaties, die ik zojuist vermeldde, hebben een hoog praktisch gehalte. Daarbij wil de schrijver verdisconteren dat een leven als christen niet maakbaar is, maar genade is. Ik heb daar goede nota van genomen en vermeld het daarom ook.

Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat er in dit boek wel heel veel ’moet’ - dat woord komt nogal eens voor. Zou dat niet samenhangen met het feit dat de Heere Jezus vooral als Voorbeeld aan de orde komt, en minder als Borg? Iemand zou kunnen tegenwerpen: dat brengt de aard van het onderwerp met zich mee. Maar is het juist in het christenleven van elke dag niet nodig om steeds weer biddend terug te vallen op wat God deed in Christus, op het verzoenende bloed? Wij komen immers met onze eigen heiligingskrukken de berg Sion niet op, om met Kohlbrugge te spreken.

Wat zou de schrijver zijn lezers geholpen hebben als hij bij wat hij schrijft over het sterven en opstaan met Christus, was uitgegaan van het verschil tussen de rechtspositie in Christus (de staat) en de werkelijkheid van het leven (de stand). Het mag van mij best met andere woorden, als de záken maar aan de orde komen.

Belijdenisgeschriften

Het viel mij ook op dat de schrijver op geen enkele manier refereert aan gegevens uit de belijdenisgeschriften, bijvoorbeeld uit het vijfde hoofdstuk van de Dordtse Leerregels. Waarom niet? Komt dat omdat hij zijn inspiratiebronnen elders zoekt? Als ik de literatuurlijst achterin zie (aanbevolen door de auteur) schrik ik. Moeten Bill Hybels, Henri Nouwen en Rick Warren bij dit onderwerp onze gidsen zijn?

Grote moeite heb ik met het ”Jezus-gebed” in hoofdstuk 4. Dit gebed is de combinatie van Markus 10:48 en Lukas 18:13. „De geestelijk leider leert de pelgrim om dit gebed zo vaak te bidden -eerst hardop en later in het hart- dat het op den duur als het ware altijd voortdurend als vanzelf in het binnenste tot klinken komt. Dat is het onophoudelijke gebed.” Mijn vraag is: Wordt zo de Naam ”Jezus” niet een soort mantra, die ons in gevaarlijk mystieke vaarwateren brengt?

Ik zie, ondanks onmiskenbaar goede elementen, dit boekje staan in de groeiende stroom van evangelisch getinte literatuur waarin het zo broodnodige gereformeerde kader te veel gemist wordt. Die kant moeten we naar mijn vaste overtuiging niet op.

N.a.v. ”Jezus uitstralen. Worden als Hij”, door Jos Douma; uitg. Kok, Kampen, 2005;

ISBN 90 435 1139 0; 128 blz.; € 12,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer