J. K. Rowling
De Britse schrijfster J. K. Rowling (40) begon als bijstandsmoeder aan het schrijven van haar Potterverhalen. Sinds 1997 zijn er zes verschenen, het zevende is nog op komst - en Rowling is inmiddels een van de rijkste vrouwen van Groot-Brittanië.
In interviews krijgt ze regelmatig de vraag voorgelegd wat ze ervan vindt dat de Potterboeken door christenen veroordeeld worden omdat ze hekserij zouden stimuleren. Haar reactie: „Als je alle boeken die toverkunst of bovennatuurlijke dingen bevatten moet verbieden, dan verbied je driekwart van de kinderliteratuur. (…) Ze snappen er niets van. Ze hebben natuurlijk absoluut het recht om te controleren wat hun eigen kinderen lezen, maar niet wat de kinderen van andere mensen lezen - dat is een basaal punt op het gebied van censuur.Kijk, ik geloof niet in hekserij. Veel betoveringsformules en bezweringen en dergelijke heb ik gewoon verzonnen. Toverkunst is alleen maar een metafoor voor die andere wereld van mogelijkheden, buiten de grenzen van het gebruikelijke, die je in gedachten kunt bereiken.
Ik denk absoluut dat dit morele boeken zijn: Harry, Ron en Hermione vertegenwoordigen ten diepste het goede. Ik heb duizenden kinderen ontmoet, maar nog nooit heeft één enkel kind mij vragen over het occulte gesteld. De boeken worden angstaanjagender, maar ik wil niemand nachtmerries bezorgen. Als de lezers alle zeven delen gelezen hebben, zullen ze het begrijpen.”
Rowling zegt dat ze christen is, lid van de Church of Scotland. „Elke keer dat mij gevraagd is of ik in God geloof, heb ik ja gezegd - omdat ik dat inderdaad doe. Maar niemand is er ooit dieper op ingegaan, en ik moet zeggen dat dat me goed uitkomt: ik denk dat de intelligente lezer, of hij nu 10 of 60 is, zou kunnen raden hoe het verhaal afloopt als ik daar te vrij over zou praten.”