EU–landen eens met testplicht chemie
BRUSSEL (ANP) – De 25 landen van de Europese Unie hebben een politiek akkoord bereikt over een vergunningplicht voor de ruim 100.000 bestaande chemische stoffen. 30.000 stoffen moeten bovendien testen ondergaan voor hun gevolgen voor gezondheid en milieu. Doel is dat de gevaarlijkste stoffen zo verdwijnen.
Bewindslieden van Economische Zaken uit de EU–landen hebben dat dinsdag in Brussel besloten, op voorstel van de Europese Commissie. „Een historische en belangrijke vergadering", zei staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken), op de laatste werkdag voor haar zwangerschapsverlof, dat ze had uitgesteld voor deze bijeenkomst.De staatssecretaris en veel collega’s vonden het positief dat op de valreep nog enige administratieve rompslomp uit het plan werd geschrapt. „Het compromis is voordelig voor de gezondheid en het milieu, maar met minder lasten voor het bedrijfsleven dan in het oorspronkelijke voorstel. Een goede balans", vond Van Gennip.
Twistpunt is nog de vervanging van gevaarlijke stoffen. Enkele landen, zoals Zweden en Denemarken, vroegen nog om verplichte vervanging van gevaarlijke stoffen. Het Europees Parlement eiste dat vorige maand ook. Maar de meeste bewindslieden, onder wie Van Gennip, vinden dinsdag dat het bedrijfsleven dan te veel kosten krijgt. Een analyse van eventuele vervangende stoffen is voor hen voldoende.
De EU–landen willen bovendien geen vaste termijn voor een chemievergunning. Het Europees Parlement had daarvoor vijf jaar gesteld. De bewindslieden vinden dit echter te star.
De EU–landen gaan deze punten de komende maanden uitvechten met het Europees Parlement. „Het standpunt van het Europees Parlement gaat echt te ver", zei Van Gennip alvast, doelend op de extra kosten voor vooral middelgrote en kleine bedrijven.
Europarlementslid Corbey (PvdA) vindt het echter „ontzettend jammer" dat de ministers niet voor verplichte vervanging zijn. „Dat is juist ons kernpunt. Heel jammer voor het milieu, de gezondheid en ook voor de vernieuwing in het bedrijfsleven".
CDA–Europarlementslid Oomen zegt juist heel gelukkig te zijn met het standpunt van de EU–landen. „Dit is tenminste werkbaar", aldus Oomen. „Wat mij betreft hoeven we hier in het Europees Parlement niet lang meer te praten. De groenen krijgen toch nooit de vereiste twee derde meerderheid om dit weg te stemmen".
Het voorstel voor de Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen (Reach) betreft alleen de productie van chemische stoffen in de EU. De industrie krijgt naar verwachting vanaf juli 2007 elf jaar de tijd om aan de eisen te voldoen, wat hen enkele miljarden euro’s gaat kosten. Het nieuwe Europese Chemicaliën agentschap in Helsinki gaat de vergunningen uitgeven.
Milieuorganisaties reageren teleurgesteld. Ze spreken over een „gemiste kans om de dreigingen van de chemie aan te pakken". Greenpeace, het Wereld Natuur Fonds (WNF) en anderen vinden het storend dat bedrijven gevaarlijke stoffen niet hoeven te vervangen. Dat de industrie ook minder testgegevens hoeft te overhandigen dan gepland, vinden ze onbegrijpelijk. De milieuclubs hopen dat het Europees Parlement deze zaken alsnog voor elkaar krijgt.