De vaccinatie van de dierentuinvogels geldt als voorzorgsmaatregel voor de vogeltrek komend voorjaar. De kans bestaat dat wilde vogels die vanaf eind februari uit Afrika terugkeren naar Europa, het virus meebrengen. De eigenaren van de dierentuinen willen met de inenting nu de dieren de tijd geven voldoende immuniteit tegen de ziekte op te bouwen.De inenting verloopt in twee delen. De eerste vaccinatie krijgen de vogels nu toegediend. Daarvoor gaan drie of vier teams onder leiding van een dierenarts in de diergaarde aan de slag. Na zes weken moeten de gevleugelde bewoners van de tuin nogmaals gevaccineerd worden. Ze zijn dan een jaar immuun voor het vogelgriepvirus, dat vanuit Azië steeds dichterbij Nederland komt.

Sommige vogels, zoals de eenden, moeten worden opgehokt in een tijdelijk verblijf, zodat ze na zes weken nogmaals een prik kunnen krijgen. Anderen kunnen op hun normale plekje blijven. Onder meer de flamingo’s en pinguïns zijn in hun vaste verblijf te zien.

Sinds 21 november zijn dierentuinen in de zogenoemde risicogebieden met veel trekvogels verplicht hun dieren te beschermen tegen de vogelgriep via vaccinatie of afschermen. Blijdorp ligt niet in het risicogebied en vaccineert uit voorzorg.

De vaccinatie vond plaats onder grote belangstelling van de pers. De dierenartsen begonnen ’s ochtends vroeg met inenten en zijn naar alle waarschijnlijkheid aan het einde van de dag klaar.

Ook de maraboe die vorige week werd teruggevonden in Groningen wordt ingeënt. De vogel ontsnapte in juli uit de dierentuin en is precies op tijd terug voor de vaccinatieronde. Het meeste werk hebben de dierenartsen aan de struisvogels. Die zijn zo sterk dat vier mensen de vogel in bedwang moeten houden om te kunnen inenten.

De ooievaars die in Blijdorp wonen, worden ook gevangen en geënt. De vogels hebben wilde soortgenoten aangetrokken, die samen met de dierentuin–ooievaars nesten hebben gehad. De wilde vogels krijgen ook een vaccinatie, als de dierenartsen ze tenminste te pakken krijgen.