Verblijd
Jacob meende dat zijn lieve zoon Jozef door wilde dieren was verscheurd. Toen hoorde hij van zijn andere zonen dat hij nog leefde en een heerser was in geheel Egypteland. Hoor eens hoe bij die oude man zijn krachten weer terug kwamen: Het is mij genoeg dat mijn zoon Jozef nog leeft. Ik wil er naar toe en hem zien eer ik sterf.
Dat is een geschiedenis die past bij de volgende overdenking. Hoe zou ons hart zich immers in de hoge hemel verblijden, als wij door de dood in de hemel komen en daar zien dat onze eerder gestorven vrienden daar zijn. En dat wij eeuwig in hun gezelschap zullen blijven. Eenieder kan begrijpen wat een blijdschap er in de hemel zal zijn. O, hoe zoet zullen we daar elkaar omhelzen met innerlijke liefde.Hoe zal daar onze mond voluit lachen en ons hart vol vrolijkheid zijn als wij in de heerlijke hoge hemel zullen zijn bij God, bij onze getrouwe zaligmaker Jezus, bij die grote schare engelen, bij de geesten der heiligen en bij onze lieve bloedvrienden, die een kleine tijd door de dood van ons gescheiden geweest zijn. De dood zal ons een veel groter en heerlijker winst toebrengen als wij door die dood zullen worden overgebracht tot dat hemels gezelschap van alle uitverkoren heiligen.
Rippertum Sixtum, predikant te Leeuwarden (”De Goddelijke wechwyser”, 1648)