Opinie

Uitzondering Debora bevestigt regel

De SGP heeft vanaf haar oprichting het principe gehad dat het regeerambt de vrouw niet toekomt. Dat stelt ds. D. J. Budding. Hij houdt het graag zo en hij wil dat het hoofdbestuur in zijn waarde wordt gelaten.

13 December 2005 08:27Gewijzigd op 14 November 2020 03:16
„Laten we de gelederen sluiten en op een christelijke en waardige wijze met elkaar omgaan, ook al hebben we op onderdelen verschil van inzicht. Dat zal wel blijven zolang we „ten dele kennen.” Het beginsel moet ons toch samenbinden.” Foto RD, Anton Dommer
„Laten we de gelederen sluiten en op een christelijke en waardige wijze met elkaar omgaan, ook al hebben we op onderdelen verschil van inzicht. Dat zal wel blijven zolang we „ten dele kennen.” Het beginsel moet ons toch samenbinden.” Foto RD, Anton Dommer

Het is toch wel heel triest dat SGP’ers zo veel verdeeldheid uitstralen over ons principe ten aanzien van de plaats van de vrouw. Daarin zijn we toch meer kinderen van onze tijd dan we misschien zelf beseffen. We hebben bekering nodig, ook ten aanzien van de manier waarop we in dezen met elkaar omgaan.De SGP heeft vanaf haar oprichting altijd het principe gehad dat het regeerambt de vrouw niet toekomt. Dit principe was onder ons weinig omstreden, al bestond er altijd wel enig verschil van inzicht over hoe het in de praktijk vorm moest krijgen.

Ik gebruik hier opzettelijk het woord principe. Deze opvatting is gebaseerd op Gods Woord. De SGP heeft zolang zij bestaat altijd uitgedragen dat op grond van Gods Woord het regeerambt niet toekomt aan de vrouw. Dat principe is in diverse publicaties ook altijd Bijbels onderbouwd. Dat heeft te maken met de door God ingestelde scheppingsorde. Dat heeft ook te maken met het huwelijk. Dat heeft ook consequenties voor de vrouw in het ambt.

Dit principe staat de laatste vijftig jaar in toenemende mate onder zware druk. Wij zijn nu in een tijdperk gekomen dat Bijbelse principes niet meer verdragen worden. Dat geldt heus niet alleen het vrouwenstandpunt. Het hoofdprincipe dat Gods Woord ook in de wijze waarop ons land geregeerd wordt het eerste en het laatste Woord moet hebben, staat haaks op de principes van onze huidige samenleving.

Zuiver
Aan principes valt niet te tornen. Het is niet zuiver om ze te verdelen in hoofd- en bijzaken. Want het is een hoofdzaak dat wij ons in alles laten leiden door het onfeilbare Woord van God. Dat is de grondslag van onze partij. En als wij vele malen in allerlei geschriften hebben uitgedragen dat op grond van Gods Woord het regeerambt niet toekomt aan de vrouw, dan kunnen en mogen wij daar niet vanaf. Tenzij wij er vanuit het Woord van God van worden overtuigd dat wij en onze vaderen dit altijd verkeerd hebben gezien. „Gods Woord houdt stand in eeuwigheid, en zal geen duimbreed wijken.”

Toch blijft het een worsteling om dit principe concreet vorm te geven in de praktijk waarmee wij te maken hebben. In de tien jaar dat ik als voorzitter leiding mocht geven aan de SGP heb ik deze worsteling intensief meebeleefd. De samenwerking met GPV, RPF en later CU kwam juist door dit principe in toenemende mate onder druk te staan. Waarbij van onze kant steeds werd opgemerkt dat niet wij, maar zij in dezen veranderd zijn.

Bij gemeenschappelijke lijsten is er sprake van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Beide partijen zijn verantwoordelijk voor die ene lijst. Als er bijvoorbeeld op een gemeenschappelijke lijst mensen zouden staan die publiek omstreden zijn vanwege hun levenswandel, dan zal dat voor beide partijen reden tot bezwaar zijn, aan welke kant ze ook staan. Het is daarom onjuist te stellen dat bij een gemeenschappelijke lijst ieder alleen verantwoordelijk is voor eigen kandidaten.

Wij hebben bij gemeenschappelijke lijsten altijd de lijn vastgehouden dat met SGP-stemmen geen vrouw in een bestuurlijk orgaan kan worden gekozen en dat namens de SGP niet het woord kan worden gevoerd door een vrouw. Dit is de consequentie van ons Bijbelse principe. Ik denk dat het goed is dat we daaraan vasthouden. Het is nodig dat we consequent en duidelijk zijn. Het is niet goed als we ons laten opjagen door de hete adem van de tijdgeest en ons overgeven aan situatie-ethiek. Een klein gaatje in de dijk zal toch lijden tot een totale doorbraak.

Noodsituatie
Dat neemt niet weg dat we in elke situatie zorgvuldig moeten overwegen wat het meest naar het Woord van God is en het meest bevorderlijk is om de beginselen van Gods Woord tot gelding te brengen. Daarbij moet het geheel van ons beginsel betrokken worden en niet alleen een onderdeel. Daarbij moet het zwaarst wegen wat het zwaarst is. Daarbij kan er sprake zijn van noodgevallen.

Dat vinden we in Gods Woord ook terug. In de tijd van de richteren was Debora richteres. Als mannen het helemaal laten afweten, moeten vrouwen soms hun taak wel overnemen. Maar de nood breekt toch Gods Wet niet. Dit ene voorbeeld breekt ook de regel van Gods Woord niet. Uitzondering bevestigt juist de regel.

Het hoofdbestuur is op een wettige wijze verkozen. En het heeft als taak leiding te geven aan de partij. Daarom moet het hoofdbestuur in zijn waarde worden gelaten. Het is intens verdrietig als er een onaanvaardbaar zware druk op de hoofdbestuursleden wordt uitgeoefend en zij zo gedwongen zouden worden om besluiten te nemen die tegen het principe van de partij ingaan en die hun geweten kwetsen. Het is ook intens verdrietig als een goede samenwerking binnen het hoofdbestuur om deze dingen verbroken wordt. Juist in deze tijd kunnen we het ons niet veroorloven ons uit elkaar te laten jagen.

Daarom wil ik ook de leden van het hoofdbestuur die te kennen hebben gegeven op te stappen, dringend verzoeken hun plaats weer in te nemen. Intens verdrietig vind ik het als het hoofdbestuur publiek wordt aangevallen en beschuldigd. Dan komen toch geboden in het geding die echt door niemand middelmatig kunnen worden genoemd.

Laten we de gelederen sluiten en op een christelijke en waardige wijze met elkaar omgaan, ook al hebben we op onderdelen verschil van inzicht. Dat zal wel blijven zolang we „ten dele kennen.” Het beginsel moet ons toch samenbinden.

De auteur is predikant van de hervormde gemeente te Waarder.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer