„Geestelijk leiders te vaak genegeerd”
DEN HAAG - Bij de aanpak van aids worden geestelijk leiders te vaak genegeerd. Juist zij kunnen een belangrijke rol spelen bij de gewenste gedragsverandering.
Die kritiek kwam donderdag van zowel CU-Kamerlid Huizinga als SGP’er Van der Staaij tijdens een debat met minister van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking over haar beleid op het gebied van aidsbestrijding. Tijdens hun recente bezoek aan Zuid-Afrika hadden beide Kamerleden vastgesteld dat de Nederlandse ambassade geen enkel contact onderhield met geestelijk leiders in het land. De ambassade veronderstelde dat de kerken belang zouden hebben bij het voortbestaan van de heersende seksuele moraal.„Als christen geloof ik dat niet. Het inschakelen van religieuze leiders is een vergeten invalshoek”, aldus Huizinga. Ook Van der Staaij bracht in dat er goede argumenten zijn om religieuze leiders bij de aanpak van aids te betrekken. „Er is in de godsdiensten geen enkele rechtvaardiging te vinden voor seksueel wangedrag.”
Minister Van Ardenne betoogde dat ambassades en beleidsambtenaren van haar departement inmiddels een training ondergaan om thema’s die te maken hebben met religie bespreekbaar te maken. De trainingen maken deel uit van het nieuwe beleid van de minister om meer oog te krijgen voor het belang van religie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Te lang is de rol van religie in haar visie een blinde vlek geweest. Daarom heeft ze aangekondigd het taboe te doorbreken. Volgens haar is er sprake van „een cultuuromslag.”
Sinds kort is een Kennisforum Religie en Ontwikkelingsbeleid actief dat het ministerie op dit terrein behulpzaam is. Het heeft tot taak kennis en ervaring op te bouwen en uit te breiden. In het forum hebben zowel beleidsmakers als vertegenwoordigers van ontwikkelingsorganisaties zitting. Deelnemers zijn onder andere ICCO en Prisma, een koepelorganisatie van christelijke zendings- en hulporganisaties.
Het nieuwe beleid van Van Ardenne kreeg brede steun. D66’er Dittrich vond het niet meer dan logisch om rekening te houden met religie als factor, al wees hij wel op de soms kwalijke rol die het kan spelen. PvdA’er Tjon A Ten maakte bezwaar tegen het opleggen van westerse waarden. „Deze minister gaat er te veel van uit dat de westerse waarden superieur zijn.”