M. zou op 8 januari in het AZC een kamergenoot hebben neergestoken, omdat deze in ondergoed over de gangen wandelde. M. zou zijn vriendin dit tafereel hebben willen besparen. Omdat de getuigenverklaringen ver uiteenlagen, vond de rechtbank dat er te weinig bewijs op tafel lag.

Eerder besloot de rechtbank, wegens de tegenstrijdigheden, de zitting te verplaatsen naar het terrein van het AZC. Daar werden maandag de getuigen opnieuw gehoord. Ook namen de rechters zelf een kijkje in de kamer van het tweetal.

De verdachte, die uit Azerbeidzjan komt, zou volgens de officier van justitie de in zijn ogen provocerende man met een mes naar de hals zijn gevlogen. Het slachtoffer rende met steekwonden in oor, boven- en onderarm naar de receptie van het centrum, met in zijn kielzog zijn belager.

Tijdens de eerdere zittingen verklaarde het slachtoffer dat het bloed in het rond spatte, maar de politieagent die het proces-verbaal had opgemaakt, hield bij hoog en laag vol dat hij een „propere en opgeruimde kamer” had aangetroffen. Volgens de raadsman van M. heeft het slachtoffer zichzelf verwond en alles in scène gezet.

De tegenstrijdigheden bleven ook na de zitting op het AZC bestaan, waardoor de rechters niet anders konden beslissen dan M. vrij te spreken van poging tot doodslag. Hij werd woensdag nog wel voor een diefstal in Emmen veroordeeld tot vier weken gevangenisstraf, waarvan twee voorwaardelijk.