Burgemeesters open over emoties bij ramp
ENSCHEDE (ANP) - „Een burgemeester moet direct na een ramp niet als een kip zonder kop naar het rampterrein rennen.”
Dit advies geeft de Maastrichtse burgemeester Leers in het boek ”Als dat maar goed gaat. Bestuurlijke ervaringen met crises” dat het Bestuurlijk Netwerk Crisisbeheersing vandaag presenteerde in het gemeentehuis in Enschede.In het boek doen negentien burgemeesters hun ervaringen uit de doeken over hun rollen en persoonlijke emoties bij een calamiteit in hun gemeente.
Uit de persoonlijke ontboezemingen van burgemeesters blijkt dat er tijdens een crisis fouten worden gemaakt bij de communicatie. Burgemeester Opstelten van Rotterdam werd onaangenaam verrast toen hij tijdens een persconferentie overvallen werd met de mededeling dat de stille tocht een dag na de moord op Fortuyn werd gehouden. Opstelten wilde de tocht liever op een ander tijdstip, omdat er twee cruciale voetbalwedstrijden in Rotterdam wachtte. „Toch heb ik zonder blikken en blozen aan de media verteld dat de stille tocht diezelfde avond nog zou doorgaan.”
De Amsterdamse burgemeester Cohen geeft in de publicatie aan dat hij zich eenzaam voelde nadat de crisis rond de moord op Van Gogh was bezworen. „Allerlei mensen gingen in de media roepen dat mijn aanpak te soft was geweest. Ik heb echter altijd het gevoel gehouden dat mijn lijn de enige juiste was.”
Initiatiefnemer van het Bestuurlijk Netwerk Crisisbeheersing is burgemeester Mans van Enschede, die in 2000 het hoofd moest bieden aan de vuurwerkramp in zijn stad. In het netwerk zitten inmiddels negentien burgemeesters en gemeentesecretarissen die van elkaars ervaringen tijdens een ramp willen leren. Dat doen ze onder meer door zes besloten informele sessies te houden. De eerste was vandaag in Enschede.