Dichterstalent van moederskant
”Trots en in zichzelf besloten” heet het eerste deel van de biografie van Ida Gerhardt. In dit boek wordt een antwoord gegeven op de vraag hoe het toch komt dat Gerhardt zich zo lang miskend heeft gevoeld als dichteres. Haar werk werd sinds 1945 zevenmaal bekroond, maar pas de Prijs voor het Meesterschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (in 1979 toegekend) betekende voor haar brede erkenning van haar literaire kwaliteiten.
De auteurs, Mieke van den Berg en Dirk Idzinga, zijn er zich van bewust dat niet iedereen de zin van hun onderzoek zal inzien: het is heel goed mogelijk om de gedichten van Ida Gerhardt (1905-1997) te waarderen zonder iets van de dichteres te weten. En Ida Gerhardt zelf was bepaald geen voorstander van gewroet in haar leven.De auteurs zijn geen neerlandici, maar respectievelijk ontwikkelingspsychologe en bibliotheekmedewerker. Hun beider professies komen volop aan bod: er is veel archiefonderzoek verricht en er wordt volop gebruikgemaakt van psychologische theorieën. Archieven en gesprekken leverden nieuw materiaal op dat door de auteurs in verband gebracht wordt met autobiografisch getinte gedichten. Er wordt veel gespeculeerd -zo zou het gegaan kunnen zijn- en niet iedereen houdt daarvan.
Een voorbeeld: Ida’s ouders, Dirk Gerhardt en Grietje Blankevoort, hebben vier kinderen gekregen. Truus (1899), Everardus (1901), Ida (1905) en Mia (1918). Het zoontje Everardus overleed een dag na zijn geboorte. Uit het feit dat Ida, die vier jaar later geboren werd, meestal met ”Zus” en niet met haar naam werd aangesproken, maken de auteurs op dat Ida een zogenaamd ”vervangkind” was voor haar ouders. Ze had een jongen moeten zijn en Everardus moeten heten. Ida heeft gevoeld dat ze niet voldeed.
Vaderbeeld
De psychische spankracht van Ida’s moeder was niet groot en haar leven was zwaar. Ida’s vader zag voortdurend kans zijn positie in het onderwijs te verbeteren, en dat bracht veel verhuizingen met zich mee. Ida kreeg van haar moeder geen stabiele basis, en de verhouding tussen moeder en dochter is altijd moeizaam gebleven. Uit de gedichten van Ida Gerhardt komt een positief vaderbeeld naar voren, en een negatief moederbeeld. Haar vader, die toch op zijn minst een aandeel had in het psychisch evenwicht van zijn vrouw, was voor Ida boven alle kritiek verheven. Grappig is dat gegevens over de afkomst van Ida Gerhardt aangeven dat er meer aanleiding is om aan te nemen dat ze het dichterstalent van moederskant had dan van vaderskant, terwijl de dichteres ons liever het laatste wilde doen geloven!
Ida’s gymnasiumtijd bracht haar in contact met J. H. Leopold, leraar klassieke talen en dichter. Hij had grote invloed op haar levenshouding en dichterschap. Ze ging ook klassieke talen studeren; aanvankelijk in Leiden. In dat eerste jaar bloeide ze op: de aanpak van de studie sprak haar aan en ze genoot van de omgang met medestudenten. Noodgedwongen zette ze haar studie voort in Utrecht, en dat ging een stuk moeizamer. De studielast was hoog en ze leefde onder armoedige omstandigheden. Ze nam in Utrecht geen deel aan het studentenleven. Lichtpuntjes waren de vriendschap met Cornelia de Vogel en Marie van der Zeyde, en de ontdekking van haar poëtische talent.
Na negen jaar studeerde ze af (in 1933), en toen begon de zoektocht naar een baan. Ze nam hier en daar waar, en kon het hoofd maar net boven water houden. De aanstelling (in 1939) aan het Lyceum in Kampen leek haar eerst niet zo geweldig, maar het viel mee. Het lesgeven ging haar tamelijk gemakkelijk af, en ze streefde met succes naar een plezierige verhouding met haar leerlingen. En ze ging houden van het IJssellandschap.
Haar eerste gedichten verschenen in diverse periodieken. De titel van haar eerste bundel, ”Kosmos”, geeft aan wat de functie van poëzie voor haar was: het bedwingen van de chaos tot een zinvol en geordend geheel. De bundel verscheen letterlijk aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, op 9 mei 1940, en kreeg aanvankelijk weinig aandacht.
Weerbarstig
Deze deelbiografie (de auteurs stellen een vervolg in het vooruitzicht) is verschenen ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Ida Gerhardt. Het boek is gewetensvol geannoteerd, voorzien van jaartallen met biografische gegevens, een personenregister en een stamboom van Ida Gerhardt vanaf de achttiende eeuw. De bruikbaarheid van het boek zou vergroot worden door een register van eerste regels en titels van besproken gedichten. Met de inhoud van dit boek in het achterhoofd zal de lezer van de gedichten van Ida Gerhardt zich niet meer verbazen over de weerbarstige toon van haar poëzie, maar er des temeer van houden.
N.a.v. ”Trots en in zichzelf besloten. Ida Gerhardt, afkomst en eerste deel van haar leven”, door Mieke van den Berg en Dirk Idzinga; uitg. Ten Have, Kampen, 2005; ISBN 90 259 5470 7; 236 blz.; € 19,90.