Buitenland

„EU moet democratie in Koerdistan steunen”

IRBIL/JERUZALEM - Met eigen ogen zag hij hoe de Koerden in Noord-Irak volop bezig zijn hun land op te bouwen en hun bestuurlijke positie te versterken. De instituties van de Europese Unie schenken volgens europarlementariër Bas Belder echter volstrekt onvoldoende aandacht aan die positieve ontwikkelingen en houden zich liever bezig met de dingen die fout gaan in het Tweestromenland. „We moeten de democratische krachten in Koerdistan steunen, zonder steeds met een schuin oog naar Turkije te kijken.”

Mr. R. A. C. Donk
24 November 2005 10:57Gewijzigd op 14 November 2020 03:12Leestijd 4 minuten

Met de beslissing naar Irak af te reizen, „ging ik een risico aan”, geeft SGP-CU-Europarlementariër Belder direct toe. Woensdag keerde hij terug uit Irbil, om meteen daarna door te reizen naar Israël. Ondanks de dreiging van aanslagen, heeft de politicus geen spijt van zijn trip: „Ik zou zonder enig bezwaar opnieuw een uitnodiging aannemen om naar Koerdistan te gaan.”„Natuurlijk is de situatie verre van normaal”, vervolgt Belder telefonisch vanuit Jeruzalem. „Je kunt geen hotel binnengaan, of je wordt door veiligheidspersoneel gecontroleerd. Overal op straat zie je militaire posten. Op de wegen kom je regelmatig blokkades tegen. Maar dat alles weerspreekt het eenzijdige beeld van chaos en onveiligheid dat de media in het algemeen van Irak schetsen.”

In plaats van chaos zag de politicus gemotiveerde burgers die uit alle macht proberen het land weer op te bouwen en democratie gestalte te geven. „Ik was diep onder de indruk van de vastberadenheid van het Koerdische volk. Er worden wegen aangelegd en winkels geopend. Maar vooral blijkt de vastberadenheid op bestuurlijk gebied. Ze zijn bijvoorbeeld bezig een eigen grondwet op te stellen waarin zij zich een verregaande mate van bestuurlijke vrijheid toebedelen. Aan alles merk je dat ze hun positie aan het versterken zijn.”

Desondanks streeft de Koerdische politieke elite er nog altijd naar Irak bij elkaar te houden, zo bleek uit gesprekken die Belder onder anderen met president Barzani voerde. „Zij hebben mij verzekerd dat ze alles zullen doen voor het welslagen van de federatie. Veel zal afhangen van de verkiezingen van medio december. En intussen bereiden zij zich op alles voor.”

De mening van de politieke elite staat overigens in schril contrast met de gevoelens van de ’man in de straat’, aldus Belder. „Overal zie je Koerdische vlaggen. Men droomt zonder omwegen van een eigen Koerdische staat en moet niets van een federatie hebben. De bevolking maakt zich buitengewoon sterk voor onafhankelijkheid, en dat kan ik goed begrijpen, na alles wat er in het verleden is gebeurd. De Koerden hebben natuurlijk een enorm tragische geschiedenis achter de rug.”

Belder sprak in Irbil ook met de Koerdische vicepremier Sarkis Aghayan Mamando, een christen. „Volgens hem spant de regering zich financieel enorm in om de christenen voor Koerdistan te behouden. Er zijn al veel families teruggekeerd. Mamando zet zich in voor een ware gordel van christelijke dorpen in het noorden. Er werd vaak gezegd dat christenen het onder Saddam Hussein beter hadden, omdat hij de rust en orde tenminste bewaarde. Als je dat de mensen hier voorlegt, vinden ze dat een ordinaire leugen.”

Binnen de Europese instituties is er echter weinig oog voor de positie van de Koerden, meent Belder. Volgens hem laten zij zich te veel leiden door de Turkse lobby, als het gaat om hulp aan de Koerden. „De Koerdische president en premier zijn bij Bush op bezoek geweest. Ze hebben hun opwachting bij Blair, Merkel en Berlusconi gemaakt. Waarom kunnen zij geen diplomatieke entree in de Europese instituties maken? We moeten de democratische krachten in Koerdistan steunen, zonder steeds met een schuin oog naar Turkije te kijken.”

De SGP-CU-vertegenwoordiger is vastbesloten kritische vragen aan eurocommissaris Ferrero-Waldner (Externe Relaties) te stellen over het eenzijdige standpunt dat de unie inneemt. „In hoeverre profiteert Koerdistan van de financiële hulp die de EU aan Irak geeft? Hier kan geld in worden geïnvesteerd dat écht rendeert.”

De eenzijdigheid weerspiegelt zich ook in het debat over Irak in het Europees Parlement, constateert Belder. Verontwaardigd: „Er werd door een afgevaardigde zelfs letterlijk over de ”martelarenstad Fallujah” gesproken. ’Links’ is blijkbaar al zo ver, dat men de terminologie van de terroristen overneemt. De fervente tegenstanders van de militaire interventie concentreren zich op de dingen die fout gaan. Alles ademt een geest van antiamerikanisme. Ik vind dat een blamage, vooral ook richting het Britse voorzitterschap.

Natuurlijk zijn er dingen misgegaan. Die moeten ook zeker worden onderzocht. Maar we moeten daar niet in blijven steken. De toekomst van een heel land en zijn bevolking is nota bene in het geding. Om maar niet te spreken van regionale stabiliteit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer