CDA, PvdA, SP en GroenLinks willen een prijsmaatregel opnemen in de wet, maar de D66-bewindsman voelt daar niets voor.Onderzoek heeft uitgewezen dat de producenten van elektriciteit de waarde van rechten om het broeikasgas CO(in2( uit te stoten hebben doorberekend in de prijzen, hoewel ze de rechten gratis hebben gekregen. Het gaat om 40 tot 70 procent van die waarde, en dat komt overeen met 11 tot 25 euro per huishouden met een gemiddeld verbruik.

PvdA-Tweede Kamerlid Crone kondigde woensdag tijdens overleg in de Tweede Kamer aan dat hij met een wetswijziging komt zodra nader onderzoek heeft uitgewezen hoe groot het voordeel van de stroomproducenten is. Minister Brinkhorst „deelt het gevoel van onrechtvaardigheid”, maar vreest dat ingrijpen door het vaststellen van maximumprijzen de producenten terughoudend maakt om te investeren in nieuwe installaties.

Steun voor dat standpunt kreeg Brinkhorst alleen van de VVD. Brinkhorst ziet het doorberekenen van de gratis rechten vooral als een Europees probleem, dat hij dan ook in de Europese Unie aan de orde wil stellen. De EU besloot de CO(in2(-rechten gratis weg te geven in plaats van die te veilen, omdat anders de energie-intensieve industrie in de Unie een concurrentienadeel zou hebben ten opzichte van de industrie elders in de wereld. Op nationaal niveau wil Brinkhorst bij een volgende verdeling van emissierechten relatief meer toekennen aan de industrie en minder aan de stroomproducenten.

Dat de producenten de emissierechten voor een groot deel kunnen doorberekenen, schrijft de PvdA toe aan het beperkt aantal producenten, waardoor er onvoldoende concurrentie zou zijn op de markt. VVD-Tweede Kamerlid De Krom sprak over „het fundamentele probleem van een gebrek aan concurrentie op de Europese markt.”

Brinkhorst verbaasde aan het einde van het overleg vriend en vijand, toen hij hierop inging. Als uit onderzoek mocht blijken dat de markt niet goed functioneert, staat hij open voor een discussie om de stroomprijzen te baseren op een systeem van kosten met daarop een plus in plaats van marktprijzen.