Leraar moet poortwachter zijn
Tussen ouders en school moet een intensieve samenwerking zijn en over en weer moeten zij elkaar steunen. Dat stelde Dick Both zaterdag in het openingswoord dat hij uitsprak op de jaarvergadering van de Gereformeerde Onderwijzers en Lerarenvereniging (GOLV). Een samenvatting.
We weten ons in Nederland geen raad meer met de opgroeiende generatie. Op allerlei manieren komt het gemis aan een gezamenlijk waarde- en normenpatroon tot uitdrukking.Politiek gezien lijkt er slechts één oplossing voorhanden: De school! Het is illustratief dat de titel van een hoofdstuk uit het SCP-rapport ”Grenzen aan de maatschappelijke opdracht van de school”’ luidt: ”De school als reddende institutie”. Het rapport constateert vervolgens dat „belangrijke waarden op allerlei plekken werden overgedragen. De kerk was natuurlijk belangrijk. Je ziet dat zulk soort instellingen verdwijnen en dat voor heel veel jongeren tegenwoordig de school nog de enige schakel is met de burgerlijke samenleving.” En even later: „Het idee dat moeder thuis zit en er altijd een achtervang is voor kinderen, is gaandeweg achterhaald.”
Minister Van der Hoeven roept scholen op hun taak te verstaan. Wat is het antwoord van de christelijke/reformatorische school?
Eerst is het nuttig na te gaan welke lessen we kunnen trekken uit de stadspoort van Naïn als beeld van de christelijke school. Al in de vroegchristelijke tijd werd deze geschiedenis uit Lukas 7 gelezen met de gedachte aan Augustinus. Hij werd uitgedragen uit het ouderlijk huis in Thagaste door zijn dragers en kwam in een land van duisternis en dood. Maar werd gevolgd door zijn biddende, rouwdragende moeder Monica.
„En -zo zegt dr. W. Aalders- eeuw volgt op eeuw; en steeds weer wordt de jongeling uit Naïn de stadspoort uitgedragen door zijn dragers: hartstochten, nieuwsgierigheid, verleiding. En steeds weer volgt een bedroefde moeder, die treurt om de ziel van haar kind.”
De christelijke school is de stadspoort en vormt de doorgang van het veilige gezinsleven naar de brede samenleving.
Liefelijke plaats
Eerst een blik in Naïn zelf. Naïn betekent liefelijke plaats. De naam roept gevoelens op die horen bij een veilig en geborgen gezinsleven. Thuis staan de ouders klaar om op te voeden! Hier worden de eerste waarden en normen bijgebracht. Hier vindt ook de eerste kennismaking met Gods Woord plaats. Juist hier worden de eerste waarden en normen bijgebracht.
Door het veilige Naïn volgen we de kinderen op weg naar de stadspoort. In de poort wordt voortgeborduurd op de basis die is gelegd in het gezin. Er kan van christelijk onderwijs dan ook geen sprake zijn als er geen hechte band is tussen het gezin en de school.
De stadspoort van Naïn zal op klaarlichte dag open hebben gestaan. En de kinderen in de stadspoort hebben naar buiten gekeken. Zijn misschien wel eens voorzichtig ’op excursie’ geweest buiten die stadspoort. De leerkracht in de poort van Naïn heeft zijn leerlingen als herder en gids rondgeleid. Hij heeft er alles aangedaan om de leerlingen te vormen tot goede burgers.
Zijn de lijnen die geschetst zijn aan de hand van het beeld van de stadspoort van Naïn achterhaald? Klinkt het niet te harmonisch? Wat is er nog over van het gezin als hoeksteen van de samenleving? Waar is de cohesie? Waar zijn de waarden en normen?
Burgerschapskunde
De beste remedie tegen de zorgelijke situatie is de preventieve! Laten we niet blijven dweilen met de kraan open. Waar leren onze kinderen betere burgerschapskunde dan binnen een harmonieus functionerend gezins-, school- en kerkleven?
Ten tweede is een intensieve samenwerking met en ondersteuning van de school in deze tijd cruciaal. Monica was weerloos… Laten in onze tijd de wachters in de stadspoort klaar staan om het gezin te ondersteunen.
En als dit niet lijkt te lukken? Van de nood een deugd maken! De school zal gedwongen worden -of door politieke krachten, of door ontsporingen, of door disfunctionerende gezinnen- een deel van de opvoedingstaak van de ouders over te nemen. Het gaat immers om onze kinderen! De poortwachter die dit beseft heeft geen keus. Kan hij zijn hart sluiten voor een kind dat thuis geen liefde krijgt en na schooltijd door de stad zwerft? Zal hij onder de les geen extra aandacht en energie besteden aan die leerling die nooit enige structuur en regelmaat is bijgebracht? Kan hij het over zijn hart verkrijgen dat kinderen uit zijn groep na schooltijd in een leeg huis of in de bibliotheek aankomen en zich tot zes uur vermaken achter internet?
Maar er is nog een diepere dimensie. Een reden te meer om -ondanks de zwaarte van ons werk- onze verantwoordelijkheid te nemen. Wij en onze kinderen leven uiteindelijk immers niet voor de maatschappij van vandaag en morgen. Wat baat het ons en onze kinderen als we de gehele wereld winnen en schade lijden aan onze ziel? De ziel van het kind is de inzet van de christelijke school in de stadspoort van Naïn.
voetnoot (u17(De auteur is voorzitter van de Gereformeerde Onderwijzers en Lerarenvereniging (GOLV).