Uitsortering gevaar voor sociale cohesie
Onder andere door emancipatie en etnische voorkeuren laat de samenleving een selectie op gelijksoortigheid zien. Individuele achterstand of voorsprong ’verdubbelt’ door de keuze voor partners met hetzelfde inkomensniveau of dezelfde religie. Prof. dr. J. J. Latten schetst een toekomst waarin succesvolle burgers én achterblijvers zich de komende jaren sterker zullen profileren.
Of het nu gaat om het idee lastpakken in containerwoningen aan de rand van de stad onder te brengen, om islamitische jongeren die het liefst onderling willen trouwen, autochtone jongeren die liever gaan hockeyen dan voetballen, woningcorporaties die woningen willen toewijzen naargelang leefstijl van de huurder, of gemeenten die lage inkomens willen weren: de actuele discussie over integratie van nieuwe bevolkingsgroepen gaat in wezen over uitsortering, zowel sociaal als ruimtelijk.Daarbij speelt sociaaleconomische, maar ook etnische uitsortering. Uitsortering wordt zichtbaar in de sociale posities die mensen in de samenleving hebben maar komt ook terug in de woonsituatie. Iemand woont in een villawijk, nieuwbouwwijk of achterstandsbuurt, in een buurt met kinderen of een vergrijsde buurt.
Uitstroom
In feite blijken sociaaleconomische kenmerken van ouders, hun religieuze of etnische achtergrond of een combinatie hiervan, belangrijke criteria voor uitsortering, die zich ook uiten in de fysieke locatie van de school. Beperken we ons tot de etnische achtergrond van kinderen, dan laat dat kenmerk een forse uitsortering zien. De kenmerken niet-westers allochtoon, grootstedelijk woongebied, Randstad, islamitisch en sociaaleconomische achterstand vallen op basisscholen voor een belangrijk deel samen.
Iemands opleiding beïnvloedt in sterke mate zijn kansen op de moderne postindustriële arbeidsmarkt. Met weinig kenniskapitaal komt men terecht in tijdelijke banen of banen die gevoeliger zijn voor schommelingen in de werkgelegenheid. Relatief gezien hebben veel niet-westerse allochtonen weinig opleiding.
In de tweede helft van de jaren negentig werd Nederland bovendien steeds rijker, maar niet iedereen in dezelfde mate. Het gemiddelde verschil in vermogen nam toe. Ook ruimtelijk, op het niveau van stad en ommeland, zijn verschillen eerder toe dan afgenomen. De steden hebben te maken gehad met een uitstroom van koopkrachtige dertigers, die als tweeverdiener een woning kiezen buiten de stad, maar ook met een sterke toename van alleenstaanden en de instroom van niet-westerse bevolkingsgroepen vanuit het buitenland.
Vanuit de huidige inkomensongelijkheid is iets te zeggen over de nabije toekomst. Kinderen van een vader die weinig verdiende hebben twee keer zo vaak een laag inkomen dan per toeval. Kinderen van een goed verdienende vader hebben juist vaker dan per toeval een hoog inkomen. Alleen voor kinderen uit de middengroepen is het inkomen minder voorspelbaar.
De bestaande samenhang tussen kansen op een laag inkomen, etnische achtergrond en onderwijsachterstand maakt duidelijk dat ook in de komende generatie jongvolwassenen cumulaties van achterstanden zullen voorkomen, die zich vooral als verschil tussen sommige etnische bevolkingsgroepen en autochtonen zullen manifesteren.
Etnodating
Ook relatievorming blijkt een opmerkelijke vorm van uitsortering. In wezen gaat het ook om een vorm van sociale segregatie. Zolang verpleegsters met dokters trouwden, kon dat bijdragen aan vorming van huishoudens met een kenniskapitaal richting midden. Dat droeg bij aan afzwakking van mogelijke extremen in de sociale structuur. Die middelende rol van partnerkeus lijkt om te slaan in een aanscherpende rol. Sinds het opleidingsniveau van vrouwen stijgt en hoogopgeleiden met elkaar trouwen, groeit het aantal huishoudens met een dubbel kenniskapitaal.
Het blijft bij selectiecriteria niet steken bij leeftijd, opleiding, kenniskapitaal, leefstijl of hobby. De liefde van veel tweedegeneratieallochtonen is vooralsnog niet blind voor herkomst of geloof. Etnodating zal ertoe bijdragen dat sommige allochtone bevolkingsgroepen relatief vaak achterblijvers zullen tellen.
Los van vele vormen van ongelijke ruimtelijke spreiding is concentratie van etnische bevolkingsgroepen een zeer ingrijpende, vooral omdat er voor de belangrijkste niet-westerse groepen sprake is van cumulatie van achterstanden. Het is een punt van zorg, onder andere omdat het de sociale cohesie in de samenleving kan schaden.
Vervreemding
Vanuit het perspectief van succesvolle individuen zijn strategieën van uitsortering begrijpelijk, maar vanuit het collectief gezien brengt het de sociale cohesie in gevaar. In de VS vergroot het opwaartse streven van de nieuwe middenklasse ongelijkheden en het draagt bij aan verhoogde vervreemding langs lijnen van klasse en ras. Volgen we de ontwikkelingen van de VS op afstand en is New Orleans het voorland?
Meer ruimte voor marktwerking in de huisvesting, nadruk op eigen verantwoordelijkheden in de maakbaarheid van je succes, meer acceptatie van leefstijlen naast elkaar, zichtbare segregatie op de arbeidsmarkt, het functioneren van gescheiden sociale en virtuele netwerken, doelgroepenbeleid: het heeft alles te maken met een feitelijke uitwerking van segmentering en segregatie.
Als contacten tussen de uitersten in de bevolking beperkt blijven tot functionele, krijgt de multiculturele samenleving een beperkte inhoud. De belangrijkste maatschappelijke vraag die ons in de komende decennia gaat bezighouden, is duidelijk: de aankomende generatie volwassenen draagt immers al een portie segregatie met zich mee. Dat zal zich de komende jaren zeker manifesteren. Hoe gaan we om met een trend naar meer uitsortering? Accepteren we het en tot waar zal het doorgaan?
De auteur is bijzonder hoogleraar demografie. De tekst is een bewerking van de oratie die hij vrijdagmiddag uitsprak aan de Universiteit van Amsterdam.