Havel volgt verkiezingen met argusogen
Tsjechië gaat zaterdag de tweede en laatste dag van de parlementsverkiezingen in. Tot 14.00 uur zaterdagmiddag hebben de kiezers de gelegenheid hun stem uit te brengen. Behalve de betrokken partijen wacht ook de Tsjechische president, Vaclav Havel, de uitslag met de nodige spanning af.
Als staatsman die boven de partijen dient te staan, heeft Havel zich inhoudelijk niet met de verkiezingscampagne bemoeid. Lange tijd liet hij zich sowieso niet uit over de electorale strijd. Maar deze week doorbrak hij zijn stilzwijgen.
In een exclusief interview met de linksgeoriënteerde krant ”Právo” liet hij weten, weinig gecharmeerd te zijn van de manier waarop de verkiezingscampagne in Tsjechië is gevoerd. Namen en partijen noemde de president niet, maar hij zei verontrust te zijn over het feit dat enkele grote partijen „zich geluiden, accenten en retorische figuren eigen maken, die me zeer tegen de borst stuiten.” Daarmee doelde Havel, zo zei hij, op partijen die onder de vlag van nationale belangen op kiezersjacht gaan, die bij de buren naar vijanden zoeken en die de schuld van al het verkeerde uit de eigen geschiedenis op anderen willen afwentelen.
Gevraagd naar zijn mening over de kwestie van de Sudeten-Duitsers -de Duitsers in Tsjechië die na de Tweede Wereldoorlog massaal door de Tsjechische autoriteiten het land werden uitgezet- ging Havel in zijn antwoord verder dan hij tot nu toe had gedaan. De verdrijving van deze bevolkingsgroep was volgens hem „geen historische noodzaak”, zoals prominente politici in Tsjechië herhaaldelijk beweren. Deze oplossing, zo vervolgde de president, „was niet goed en heeft zich in velerlei opzichten op ons gewroken.” Havel gaf de lezers van de krant het advies eens een blik op de grensgebieden te werpen, waar ooit „bloeiende landgoederen, boerderijen en fabrieken” stonden.
Kort daarvoor had het staatshoofd tegenover de BBC ook al dergelijke uitspraken gedaan. De voormalige dissident en schrijver verklaarde dat de Tsjechische politiek antagonistisch en diefachtig was en dat de gewone man wel afstand moest nemen, zo niet moest walgen, van het gedrag van politici. Verder zei hij dat pogingen van politici om „op elkaars enkels te trappen” de gewone Tsjechen ziek hadden gemaakt.
De uitgesproken mening van Havel moet waarschijnlijk worden gezien in het licht van zijn naderend afscheid. In februari volgend jaar loopt zijn ambtstermijn af en zullen de beide kamers van het parlement een opvolger voor hem moeten kiezen. In de korte tijd die Havel als president rest, heeft hij nog één doel voor ogen: voorkomen dat partijleider Vaclav Klaus van de rechts-liberale ODS de nieuwe premier of president van Tsjechië wordt.
Havel en Klaus delen dezelfde voornaam, maar dat is zo’n beetje het enige wat ze met elkaar gemeen hebben. De jarenlange, bittere strijd tussen de ideologische totaal verschillende politici gaat nu de laatste fase in.
De meningsverschillen tussen de president en de ODS-partijleider dateren al uit 1990. Toen waren beiden het niet eens over de manier waarop de parlementaire democratie en de markteconomie tot stand moesten komen. De discussie duurde voort en raakte nagenoeg alle politieke onderwerpen. Hoe meer de verhoudingen in Tsjechië zich stabiliseerden en het land zich de West-Europese normen eigen maakte, hoe minder de invloed van de president werd.
In 1997 leek daar verandering in te komen, toen de regering-Klaus ten val kwam. Maar na de verkiezingen van 1998, die werden gewonnen door de sociaal-democratische CSSD van de nu scheidende premier, Milos Zeman, herstelde Klaus in politiek opzicht wonderbaarlijk snel. Hij sloot een ’gedoogovereenkomst’ met de CSSD, wat hem weer in het centrum van de macht bracht.
Wie zich na zaterdag de grootste partij van Tsjechië mag noemen, valt op dit moment nog niet te zeggen. De ODS en de CSSD zijn verwikkeld in een nek-aan-nekrace. Zeker is wel dat als gevolg van het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging -een stelsel dat in Tsjechië onder vuur ligt- geen van de partijen een absolute meerderheid zal behalen.
Die wetenschap biedt Havel de ruimte invloed uit te oefenen op de nieuw te vormen regering. Dat hij die mogelijkheid niet onbenut zal laten, heeft hij in een interview al laten weten. Volgens de grondwet, zo zei Havel, is hij niet verplicht de grootste partij op te dragen een nieuwe regering te vormen. Die opmerking leverde een storm van protesten op bij de ODS.
Hoewel Havel zich niet openlijk uitlaat over welke partij zijn voorkeur heeft, is het een publiek geheim dat zijn sympathie ligt bij de ”Coalitie” van christen-democraten (KDU/CSL) en de Vrijheidsunie (US/DEU). De partij gold aan het begin van dit jaar nog als de grote kanshebber om de verkiezingen te winnen, maar interne verdeeldheid over de hegemonie maakte aan die droom een eind.
Afhankelijk van de uitslag zal Havel na de verkiezingen waarschijnlijk proberen een centrumlinks kabinet tussen de CSSD en de Coalitie tot stand te laten komen, wat betekent dat partijleider Vladimir Spidla premier van Tsjechië zou worden. In dat geval zou het presidentschap in februari gaan naar een lid van de Coalitie, naar alle waarschijnlijkheid Petr Pithart van de KDU/CSL, huidig voorzitter van de Senaat en een goede vriend van Havel uit de tijd van zijn dissidentschap. Daarmee zou Havel zijn doel hebben verwezenlijkt. Grote vraag is echter of de US/DEU aan dit spel wil meewerken.
Een ander scenario behoort ook tot de mogelijkheden. Na de verkiezingen ontstaat er een grote coalitie tussen de CSSD en de ODS. Wordt de CSSD de grootste partij en Spidla premier, dan kan Klaus begin volgend jaar zijn intrek nemen in de ambtswoning van de president. Komt de ODS als winnaar uit de bus, dan wordt Klaus minister-president. Het nieuwe staatshoofd wordt in dat geval zeer waarschijnlijk de vertrekkende premier, Milos Zeman, vijand nummer twee op de lijst van Havel.