In Washington bevestigde een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat men de Iraakse missie bij de VN in New York had gevraagd om de betrokken diplomaat naar huis te sturen. Namen werden er echter niet genoemd. Gewoonlijk krijgt een buitenlandse missie 24 uur om op een uitwijzingsbevel te reageren. Daarna krijgt de uitgewezene meestal dertig dagen de tijd om z’n koffers te pakken. De Iraakse VN-missie in New York noch de VN zelf wilden vrijdag commentaar kwijt.

De uitwijzing draagt niet bij tot de toch al gespannen betrekkingen tussen Washington en Bagdad. Vrijdag bombardeerden Amerikaanse vliegtuigen in Irak een radarstation bij al-Amarah. Dat station zou volgens de Amerikanen eerder deze week betrokken zijn geweest bij een Iraakse raketaanval op Amerikaanse vliegtuigen die boven Zuid-Irak de naleving controleerden van het vliegverbod dat de Amerikanen en Britten kort na de Golfoorlog in 1991 afkondigden. Volgens woordvoerder Dave Lapan van het Ministerie van Defensie (Pentagon) in Washington nemen Iraakse aanvallen op Amerikaanse en Britse vliegtuigen de laatste tijd toe.

Intussen smeedt president George Bush in Washington nieuwe plannen voor het omverwerpen van het regime van Saddam Hussein. Volgens ingewijden die bij die plannen betrokken zijn reageerde Bush enkele weken geleden geïrriteerd op berichten dat ’s lands hoogste militaire leiders menen dat Amerika’s strijdmacht niet in staat is Saddam met militair geweld uit het zadel te lichten.

Bush lichtte enkele dagen geleden een aantal prominente politici in over zijn plannen. Daarbij zou senator Joseph Biden hem er volgens eigen zeggen aan herinnerd hebben „dat er een goede reden voor was dat uw vader aan het eind van de Golfoorlog niet oprukte naar Bagdad.” Politieke analisten wijzen er echter op dat de toenemend agressieve retoriek van Washington tegenover Irak duidelijk maakt dat een Amerikaanse operatie tegen het regime van Saddam Hussein niet meer een kwestie is van ”of” maar van ”wanneer”.