Opinie

Media zeer bevooroordeeld over Israël

Media verdraaien de boodschap over het conflict tussen de Palestijnen en Israël. Klakkeloos wordt negatieve informatie over Israël overgenomen, die achteraf niet waar blijkt te zijn of niet waar kan zijn, stelt David Parsons.

17 November 2005 08:59Gewijzigd op 14 November 2020 03:11
„In Europa en elders heeft de pers het Palestijnse verhaal verbreid dat „de Israëlische bezetting” het kernprobleem van het conflict zou zijn en niet de daaraan voorafgaande Arabische verwerping van het bestaan van Israël.” Foto: de Palestijnse premier
„In Europa en elders heeft de pers het Palestijnse verhaal verbreid dat „de Israëlische bezetting” het kernprobleem van het conflict zou zijn en niet de daaraan voorafgaande Arabische verwerping van het bestaan van Israël.” Foto: de Palestijnse premier

Toen ik afgelopen week naar een BBC-reportage over de straatrellen in Frankrijk keek wachtte ik tevergeefs op de mededeling dat de onruststokers in grote meerderheid moslimjongelui waren. Zoals bij zo veel andere berichtgeving in de media over de ’intifada’ die op dit moment branden veroorzaakt in de voorsteden van Parijs, beschreef de BBC-verslaggever hen als „immigrantenjongeren”, „arme immigranten” en „van Afrikaanse afkomst”, maar er werd helemaal geen melding gemaakt van de feitelijk islamitische achtergrond van de oproerige bendes. Een verslag, zeven minuten lang, live vanaf de plek des onheils, maar om de een of andere reden werd de kijkers deze essentiële informatie onthouden.Mijn gezonde scepticisme over de seculiere media wordt steeds groter doordat ik al zo veel jaren dit soort oneerlijke en misleidende journalistiek over Israël en het Palestijnse conflict moet slikken. In Europa en elders heeft de pers het Palestijnse verhaal verbreid dat „de Israëlische bezetting” het kernprobleem van het conflict zou zijn en niet de daaraan voorafgaande Arabische verwerping van het bestaan van Israël.

Totaal anders
Gebeurtenissen worden zo verdraaid dat ze passen in dit simplistische verhaal. Ik denk dan aan dat vreselijke beeld van een Israëlische politieman met een stok in de hand, staande naast een bebloede Arabische jongere in Oost-Jeruzalem. De realiteit bleek totaal anders: een Israëlische politieagent die een bebloede Joodse jongere gered had uit handen van een boze Arabische menigte.

Maar al te vaak nemen de media Palestijnse beweringen voor waar aan en geven die dan door aan het nietsvermoedende publiek. Palestijnse beschuldigingen dat Israëlische troepen honderden en zelfs duizenden onschuldige burgers hadden afgeslacht in de vluchtelingenkampen van Jenin in april 2002 werden wereldwijd verspreid. Maar het juiste dodental bedroeg 52; de meesten waren bewapende militieleden van Hamas en Islamitische Jihad. Niettemin werd het fabeltje van een genocide en de Israëlische wraak in ”Jeningrad” in de herinnering gegrift van velen over de hele wereld.

Door dit soort lakse journalistiek blijven andere fabels bestaan: Israël zou radioactief uranium en gifgas gebruikt hebben tegen Palestijnen of droppings organiseren van vergiftigde kauwgum die Palestijnse meisjes onvruchtbaar zou maken.

Een laatste voorbeeld: The Guardian citeerde deze week zonder enige vorm van medische verificatie de beweringen van Palestijnse artsen dat Israël supersonische knallen (”sonic booms”) gebruikt als opzettelijke tactiek om abortussen te veroorzaken bij Arabische vrouwen in Gaza.

Willens en wetens
Velen, vooral in de Europese pers, zijn willens en wetens medeplichtig aan het voeden van anti-Israëlische sentimenten en zelfs van regelrecht antisemitisme. Commentatoren en cartoontekenaars van Engeland tot Griekenland hebben stelselmatig Israëliërs met nazi’s vergeleken en zo de slachtoffers tot daders gemaakt.

De Britse dichter en Oxfordgeleerde Tom Paulin hield vol dat Joodse kolonisten „nazi’s en racisten” zouden zijn „die zouden moeten worden doodgeschoten.” En de Portugese Nobelprijswinnaar José Saramago vergeleek de gebarricadeerde stad Ramallah met Auschwitz. Een Griekse cartoonist tekende twee Joodse soldaten, gekleed als nazi’s met davidssterren op hun helm, instekend op Arabieren onder het motto: „Wij zijn niet in Auschwitz en Dachau geweest om te lijden, maar om te leren hoe het moet.”

En dit alles ondanks het feit dat de Europese landen goede wetgeving hebben, die het uiten van hatelijke taal verbiedt, ook als dat gebeurt met een beroep op de vrijheid van meningsuiting. In een unieke uitspraak in mei oordeelde een hof van beroep in Versailles dat twee verslaggevers en twee directeuren van de liberale krant Le Monde schuldig waren bevonden aan racistische laster in een artikel dat in juni 2002 gepubliceerd was waarin Israël vergeleken werd met nazi-Duitsland. Toch blijft deze wrede analogie circuleren, daarmee nieuwe wonden toebrengend aan slachtoffers van de holocaust.

Geen benul
Ook de christelijke vrienden van Israël worden vijandelijkheden van de media niet bespaard. Er verschijnen voortdurend artikelen die beweren te weten wat ons ware motief is om Israël te steunen: het bespoedigen van de apocalyps, gepaard aan een laatste ”bekeer u of ik schiet”-scenario voor het Joodse volk.

Ze kennen mijn hart niet als het gaat over wat mij beweegt om naast Israël te staan. En trouwens, ze hebben geen benul van waar het om gaat in Israël.

De auteur is public relations officer van de Internationale Christelijke Ambassade Jerusalem en is op tournee door Nederland

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer