Ross morrelt aan 5 dagen bedenktijd bij abortus
DEN HAAG - Voor staatssecretaris Ross van Volksgezondheid staat het niet vast dat de bedenktijd van vijf dagen voor het ondergaan van een abortus gehandhaafd moet blijven. Daarmee neemt de bewindsvrouw afstand van het regeerakkoord.
ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet bracht de vijfdagentermijn donderdag ter sprake tijdens de begrotingsbehandeling van Volksgezondheid in de Tweede Kamer. Hij wilde van Ross weten of ze de afspraken over abortus in het regeerakkoord nog voor haar rekening neemt. Daarin staat: „Handhaving van zorgvuldigheidsnormen bij zwangerschapsafbreking is gewenst.”Volgens Ross is het nu te vroeg om iets te zeggen over het al dan niet handhaven van de vijfdagentermijn. De bewindsvrouw, die lid is van het CDA, wees erop dat de Wet afbreking zwangerschap meer dan twintig jaar oud is.
Rouvoet vindt dat Ross een belangrijke kans heeft laten lopen haar positie te markeren. „De fracties van VVD en D66 willen onder de uitspraken van het regeerakkoord uit. Zij willen de vijfdagentermijn, zo hebben ze een en andermaal laten weten. De bewindsvrouw had de kans om haar eigen positie te markeren. Ze kon daarbij verwijzen naar gemaakte afspraken in het regeerakkoord. Dat heeft ze niet gedaan en dat is een gemiste kans”, aldus Rouvoet vrijdagmorgen.
Aanstaande maandag krijgt Ross de resultaten van een evaluatieonderzoek van de abortuswet. Het regeringsstandpunt over de evaluatie komt volgend voorjaar.
Staatssecretaris Ross beloofde de Kamer wel een notitie over de problematiek van de „straatcultuur.” Mede onder invloed van de muziektelevisiezenders TMF en MTV leidt deze cultuur tot groepsverkrachtingen. In de notitie zet de bewindsvrouw onder andere op een rijtje hoe de straatcultuur en de daaruit voorkomende verwrongen kijk op seksualiteit tegen te gaan is. SGP-fractievoorzitter Van der Vlies vroeg in een motie om een plan van aanpak. Binnen de Kamer is daar brede steun voor.
Verder kwam er donderdag tijdens het debat geen duidelijkheid over de vergoeding van de eerste reageerbuisbevruchting (ivf). Het CDA steunde aanvankelijk een PvdA-verzoek om dit per 1 januari aanstaande weer in het basispakket van de zorgverzekering op te nemen. Maar minister Hoogervorst van Volksgezondheid zei dat dat niet mogelijk is. Hij wil invoering per 1 januari 2007. De bewindsman sluit een eigen bijdrage van ouders niet uit.
In mei volgend jaar komt de minister met een brief waarin staat hoe hij om wil gaan met de wens van de Kamer. Het CDA gaat ervan uit dat de ivf-vergoeding dan per 1 juli volgend jaar weer in het basispakket komt. Hoogervorst wilde die garantie niet geven.
Tijdens het debat beloofde de minister op verzoek van de VVD dat hij een diepgaand onderzoek zou gaan doen naar de manier waarop ziektekostenverzekeraars plastisch chirurgische ingrepen vergoeden. Veel specialisten en patiënten klagen dat de verzekeraars steeds vaker medisch noodzakelijke ingrepen weigeren te betalen.
Hoogervorst is tegen het D66-plan om geld voor preventie uit te trekken om het aantal behandelplaatsen voor heroïneverstrekking in het land uit te breiden. D66, de VVD en de PvdA moeten maar elders geld vandaan halen om die heroïneverstrekking voor twee jaar veilig te stellen, hield hij de partijen voor.