Kamer kritisch over daadkracht Van Boxtel
Een meerderheid in de Tweede Kamer is niet te spreken over de daadkracht waarmee minister Van Boxtel (Integratiebeleid) de problemen met criminele allochtone jongeren te lijf gaat.
Veel projecten komen niet of te langzaam van de grond, omdat zij verzanden in vergadercultuur. „Slappe thee”, concludeerde VVD’er Vos donderdag tijdens een overleg in de Tweede Kamer.
Van Boxtel lanceerde deze zomer nieuwe plannen om te voorkomen dat allochtone jongeren in de criminaliteit belanden. Scholing en werk spelen daarbij een centrale rol. Daarnaast moet er goed samengewerkt worden tussen onderwijsinstellingen, de politie en gemeenten zodat zij goed zicht kunnen houden op ’drop-outs’.
De PvdA vindt dat Van Boxtel meer met de vuist op tafel moet slaan om lokale initiatieven ook te laten werken. „De gemeenten hebben een centrale rol, maar dat ontslaat de minister er niet van ook actief te zijn”, aldus Kamerlid Arib. Haar CDA-collega vreest dat Van Boxtel herinnerd zal worden als de minister van Grootscheepse Ideeën, omdat het wat woordvoerster Verburg betreft te vaak bij ideeën blijft. Ook vindt zij dat de D66-bewindsman te weinig zicht heeft op wat gemeenten doen met geld wat de overheid voor de lokale initiatieven beschikbaar stelt. De VVD heeft eveneens grote twijfels over de effectiviteit van het beleid. „Het is mij veel te vrijblijvend”, aldus Vos.
Van Boxtel wijst erop dat de proefprojecten die enkele jaren geleden in acht gemeenten zijn gestart, goede resultaten hebben geboekt. Inmiddels hebben 44 steden projecten om allochtone jongeren op het rechte pad te houden.