Opinie

Bijbeltekst niet allereerst kunststukje

Een literaire benadering van de Bijbel zoals dr. J. P. Fokkelman die voorstaat, heeft positieve en negatieve kanten, stelt drs. A. Versluis. Een relativering van datgene waar de Bijbeltekst over spreekt, is echter vanuit een gereformeerde visie op de Schrift niet acceptabel.

3 November 2005 09:06Gewijzigd op 14 November 2020 03:08

Literair Bijbellezen heeft de toekomst, stelde dr. J. P. Fokkelman zaterdag tijdens het symposium ”De Bijbel literair” in Amersfoort. Vanuit een gereformeerde visie op de Schrift heeft een literaire benadering van de Bijbel (zoals Fokkelman en anderen die voorstaan) mijns inziens zowel positieve als negatieve kanten. Van beide noem ik er twee.Een eerste positieve kant aan deze benadering van de Bijbeltekst is de insteek bij de tekst van de Bijbel zoals we die nu hebben. Men gaat uit van de tekst die ons is overgeleverd, niet van een door geleerden gereconstrueerde ”oervorm”. Dat laatste wordt vaak gedaan in allerlei historisch-kritische methoden van Bijbeluitleg. Stukken tekst die later zouden zijn toegevoegd, worden soms niet eens behandeld in kritische commentaren (met name aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw).

Een literaire benadering gaat uit van de tekst in zijn huidige vorm. Die insteek past goed bij een theologie die gereformeerd wil zijn. Het heeft de Heilige Geest behaagd om ons de Schrift te geven in déze vorm. Daarom zal men bij de uitleg ook uit moeten gaan van de tekst die de kerk ontvangen heeft.

Vorm
Een tweede positief element, dat hiermee samenhangt, is de aandacht voor de vorm van de tekst. Wát er gezegd wordt, staat niet los van hóé het gezegd wordt. Daarbij kunnen de gebruiken in de tijd van het Oude Testament wel eens anders zijn dan in onze cultuur. Veel herhaling in een tekst komt op ons saai over, terwijl het in het Oude Testament juist een manier is om ergens de aandacht op te vestigen. Onderzoek naar literaire gebruiken uit die tijd is daarom waardevol.

Een voorbeeld dat laat zien dat de vorm (in dit geval de structuur) van een tekst van belang is voor de boodschap, is Psalm 23. Het is goed te verdedigen dat deze psalm een concentrische structuur heeft, dat wil zeggen: volgens het patroon A-B-C-B’-A’. In deze structuur springt het midden van de tekst (C) eruit. In Psalm 23 zijn dat de woorden: „want Gij zijt met mij.” Dáárom is er bij David geen vrees of gebrek.

Buiten beeld
Naast deze positieve punten zijn er in de benadering van Fokkelman ook elementen die niet passen bij een gereformeerde visie op de Schrift. Opnieuw noem ik twee dingen.

Een eerste kritisch punt is dat de geschiedenis van het ontstaan van een tekst buiten beeld raakt. In de visie van Fokkelman doet het niet terzake door wie of wanneer een tekst geschreven is. Een tekst is echter, zeker in de tijd van de Bijbel, niet allereerst bedoeld als literair kunststukje, maar om een boodschap over te brengen. Voor de boodschap van een Bijbeltekst maakt het vaak wel degelijk verschil wat wij weten over de auteur of over de tijd waarin de tekst ontstaan is.

Om slechts één voorbeeld te noemen van het belang van de tijd waarin men een tekst plaatst: Voor de opdracht aan Israël om de Kanaänitische volken uit te roeien (Deut. 7) maakt het duidelijk verschil of deze opdracht geklonken heeft toen Israël aan de grens van het land Kanaän stond óf pas in de 7e eeuw voor Christus of later (zoals Deuteronomium vaak gedateerd wordt). In het eerste geval staat Israël op het punt die volken te ontmoeten en de strijd met hen aan te gaan. In het tweede geval bestaan de betreffende volken niet meer en wordt van Israël dus niet de concrete uitroeiing van mensen gevraagd. De tijd waarin een tekst geplaatst wordt, is hier dus van groot belang voor de prediking ervan.

Grond van prediking
Een tweede punt van kritiek is dat de geschiedenis waar de tekst over spreekt, verdwijnt. Sommige literaire methoden (er zijn veel meer benaderingen dan die van Fokkelman) richten zich zozeer op de tekst zelf, dat ze van een werkelijkheid buiten de tekst niet willen weten. Of bepaalde gebeurtenissen historisch zijn of compleet verzonnen, doet dan weinig ter zake.

Een dergelijke relativering van datgene waar de Bijbeltekst over spreekt, is vanuit een gereformeerde visie op de Schrift niet acceptabel. Het Oude en Nieuwe Testament prediken immers Wie de Heere is, juist op grond van wat Hij in de geschiedenis heeft gedaan. Wat er gebeurd is, is de grond van de prediking. Het duidelijkst zien we dat bij de opstanding van de Heere Jezus Christus. Dat de prediking van de opstanding zin en inhoud heeft, hangt juist af van de werkelijkheid van Christus’ opstanding (1 Kor. 15)!

Theologische dimensie
Een literaire benadering, in de zin van een nauwkeurig onderzoeken van de inhoud en de vorm van de Bijbeltekst, heeft dus zeker zijn waarde. Daarbij zal een eenzijdig literaire benadering echter voorkomen moeten worden. De historische en de theologische dimensie mag in de exegese niet ontbreken.

De auteur is als aio Oude Testament verbonden aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken (TUA) in Apeldoorn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer