Koran als jachtakte van Mohammed B.
AMSTERDAM - Het was raar van het kabinet om na de moord op filmmaker Theo van Gogh het wetsartikel over smalende godslastering naar voren te schuiven. Toch was het wel begrijpelijk: De regering wilde radicalisering van het debat voorkomen.
Dat zei adjunct-hoofdredacteur Sjoerd de Jong van NRC Handelsblad dinsdagavond op een debatbijeenkomst in Amsterdam. Hij vindt dat in het debat over de maatregelen die kabinet en justitie nemen tegen terreur te veel op de man wordt gespeeld.De Jong haakte met die opmerking in op de bijdrage van rechtsgeleerde Afshin Ellian, die burgemeester Cohen van Amsterdam betichtte van onverschilligheid en incompetentie, omdat hij Van Gogh niet voldoende had laten beveiligen. „Een onvergeeflijke fout”, aldus Ellian. „Het heeft geen zin om de wetgeving aan te passen tegen terreur als degenen die de wetten uitvoeren niet capabel zijn”, betoogde hij.
De Jong is het daar niet mee eens. Cohen ís niet onverschillig, betoogde hij. En: „Het gaat goed met de herziening van de strafwetgeving.” Justitie zit niet stil. „De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst doet zijn werk heel goed. De dienst infiltreerde zelfs in de Hofstadgroep. Een tweede IRT-affaire zou op de loer kunnen liggen. Dat soort affaires krijg je niet met een laks justitieapparaat. Juist niet.”
Twee arabisten, Ruud Peters en Hans Jansen, kruisten in hetzelfde debat de degens over de vraag of de islam iets met terreur te maken heeft. Peters denkt van niet. „Ook in naam van andere godsdiensten vindt terrorisme plaats.”
Jansen heeft een andere visie: „De zuivere islam heeft alles te maken met terreur. Gelukkig leggen veel moslims de oproepen tot jihad kalmpjes naast zich neer.” Dat is bepaald niet het geval met de „testosteronbrigade van Mohammed B. en zijn neefjes”, stelde Jansen. „Die letten niet op de mitsen en maren die oude schrijvers plaatsen bij de jihad. Die beschouwen de Koran als jachtakte.”
De Korantekst „Slaat ze dood waar je ze vindt”, is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar, meent de arabist. „Het gaat er alleen om of je die tekst ziet als een blauwdruk voor wat je morgen moet doen, of dat je denkt: Ach ja, zo deden ze dat vroeger.” Moslimterroristen zijn overigens geen religieuze gekken, aldus Jansen, maar mensen die rustig denken: „In een islamitische samenleving is alles beter.””
Hij wordt op straat vaak aangesproken door Marokkanen die hem voorhouden vooral vol te houden. Ze willen met die mening echter niet openlijk in de publiciteit komen, merkt Jansen. De samenleving wordt er volgens hem niet ontspannener op. „Ik krijg de raarste e-mailtjes.”
Dat weerhoudt VVD-Kamerlid Hirsi Ali er niet van in Nederland te blijven „voor de rest van mijn leven.” Ze wilde gisteravond niet zeggen of ze ook in de politiek blijft. De liberaal houdt in ieder geval wel vast aan haar mandaat voor deze termijn, die loopt tot begin 2007.
Hirsi Ali bepleitte een „homeopathische islam.” Ze bedoelt daarmee een sterk verdunde islam waarin vrijzinnigheid mogelijk is. Een paar obstakels weerhouden moslims daarvan. Zo is een moslim totaal onderworpen aan Allah. Verder mag hij geen afstand nemen van de profeet Mohammed. Moslims moeten van Hirsi Ali de strijd aangaan met de profeet en met Allah.
Publicist Paul Scheffer vindt dat er sprake is van een diepe impasse sinds de moord op Theo van Gogh. „Zowel bij autochtonen als bij moslims is het wantrouwen te diep om met woorden te doorbreken.”
Scheffer vroeg zich af hoe die impasse te doorbreken is. Hij wees op de vrijheid van godsdienst als fundament voor de samenleving. Hij vindt dat als moslims zich beroepen op dat grondrecht, dat dit dan ook de plicht inhoudt om andere geloven en ongelovigen te verdedigen. Dat doen ze volgens Scheffer nu niet of te weinig. Toch blijft hij hoopvol. In Nederland leven 1 miljoen moslims, als minderheid in een liberale samenleving. Die situatie biedt volgens hem perspectieven.