Meer dierziekten gevaarlijk voor mens
Ziekte van Lyme, hondsdolheid, parasieten, vogelgriep. Het gevaar van infectieziekten die van dieren op mensen kunnen overgaan, moet niet worden onderschat, stelt André Romijn , in aanloop naar een congres over deze ziekten.
Binnenkort verschijnt voor het eerst een compleet overzicht van zoönosen afkomstig van gezelschapsdieren. Zoönosen zijn infectieziekten die door gewervelde dieren op natuurlijke wijze op de mens worden overgebracht. Aviaire influenza, ofwel vogelgriep, is het beste voorbeeld van zo’n gevaarlijke zoönose.Ieder jaar overlijden alleen al in Nederland enkele tientallen mensen (als gevolg van bijvoorbeeld salmonella) en worden er meer dan 100.000 besmet met een infectieziekte variërend van kattenkrabziekte tot en met de ziekte van Lyme. In de meeste gevallen kan men door de juiste en vaak eenvoudige voorzorgsmaatregelen een infectie voorkomen. In een boekwerk dat binnenkort verschijnt -geschreven door dierenarts-specialist veterinaire microbiologie Paul Overgaauw- worden duidelijke voorbeelden gegeven.
Met de dreiging van een pandemie als gevolg van vogelgriep lijken alles en iedereen alleen gericht te zijn op een mogelijke uitbraak. Echter, we moeten niet vergeten dat er meerdere zoönosen in onze samenleving aanwezig zijn. In genoemd boek worden diverse ziekten van de mens besproken die kunnen worden verkregen van dieren. Dit kan gebeuren na direct contact met een dier, maar vaker nog na indirect contact. Het bezit van een huisdier is dus niet altijd een voorwaarde!
Geen registratie
Maar hoe groot is nu de dreiging van zoönosen voor de volksgezondheid in ons land? Hierover worden schattingen gemaakt, omdat er geen duidelijke registratie van wordt bijgehouden. Daarnaast is het niet eenvoudig om een volledig beeld te krijgen omdat lang niet iedereen ziek wordt na een infectie. Van lintworm is bijvoorbeeld bekend dat circa 0,3 procent van de bevolking besmet is -we spreken dus over enkele tienduizenden mensen-, maar de diagnose wordt maar enkele tientallen keren per jaar door artsen vastgesteld.
Naast de voedselinfecties, die wel degelijk een volksgezondheidsprobleem vormen met meer dan een miljoen gevallen per jaar, wordt geschat dat in Nederland bij ruim 1000 patiënten per jaar echt een zoönose wordt vastgesteld waardoor ziekte is opgetreden. Dit betreffen voornamelijk ziekten veroorzaakt door bacteriën, zoals de ziekte van Lyme en de papegaaienziekte, of parasieten, zoals toxoplasmose. Uiteindelijk zijn gemiddeld enkele tientallen sterfgevallen per jaar het gevolg van zoönosen, waarvan verreweg de meeste veroorzaakt worden door voedselinfecties (bijvoorbeeld salmonella).
Sommige zoönosen zien we gelukkig helemaal niet meer in ons land, zoals hondsdolheid; andere worden steeds minder vaak aangetroffen omdat er speciale bestrijdingsprogramma’s zijn opgesteld. Zoönosen die daarentegen vaker worden gevonden, zijn bijvoorbeeld de ziekte van Lyme en infecties die makkelijker ons land kunnen binnenkomen door het wegvallen van de grenzen en door het toenemende reizigersverkeer.
Patiënten met een verminderde weerstand, zoals kinderen, bejaarden en zieken, lopen een groter risico om een zoönose te krijgen. Ten slotte zijn er bepaalde beroepsgroepen in de samenleving die een groter risico hebben om een zoönose op te lopen omdat ze een veel grotere kans hebben ermee in aanraking te komen. Voorbeelden hiervan zijn de boswachter (ziekte van Lyme), de slager en de veehouder.
Verzorging
Samengevat kan gesteld worden dat vooral gelet moet worden op voldoende hygiëne bij het contact met huisdieren, tijdens het spelen van kinderen (zandbakken) of bij het werken met grond (tuinieren, groentetuin) buitenshuis. Als daarnaast aandacht wordt besteed aan de gezondheid van onze huisdieren, zoals de aanschaf van gezonde en niet-agressieve dieren, een goede verzorging en het regelmatig vaccineren en bestrijden van parasieten, zijn de risico’s op een zoönose minimaal. Ga daarom met een huisdier minimaal één keer per jaar naar de dierenarts voor de jaarlijkse controle.
De auteur is medewerker van Roman House Publishers, dat medeorganisator is van een congres voor dierenartsen dat van 30 november tot 2 december in Scheveningen wordt gehouden en waar het boek van dr. P. Overgaauw wordt gepresenteerd.