Cultuur & boeken

Jacques beweegt zich in het donker

Titel: ”Jacques de fatalist en zijn meester. Roman”
Auteur: Denis Diderot
Uitgeverij: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2005
ISBN 90 253 0876 7
Pagina’s: 304
Prijs: € 32,50.

Tjerk de Reus
26 October 2005 08:23Gewijzigd op 14 November 2020 03:06

Is een mens vrij in zijn keuzes? Of beneemt een goddelijk raadsbesluit ons alle keuzevrijheid? Dat is een kwestie die al velen heeft beziggehouden. De spanningsvolle vragen rond de eeuwige verkiezing en de verantwoordelijkheid van de mens zijn er een voorbeeld van. Ten tijde van de achttiende-eeuwse Verlichting vertoonde dit vraagstuk zich in een andere gedaante. Dat blijkt in de ”Jacques de fatalist en zijn meester”, een opnieuw vertaalde roman van Denis Diderot. Denis Diderot (1713-1784) was een Frans denker en schrijver uit de achttiende eeuw. Naast een beeldbepalend denker als Voltaire (1694-1778) was Diderot een van de meest karakteristieke vertegenwoordigers van de Franse Verlichting. Samen met Jean d’Alembert (1717-1783) was hij verantwoordelijk voor de uitgave van de beroemde ”Encyclopedie”. Dit project ging van start in 1750 en was typisch een product van de verlichte, zelfbewuste filosofie. In de ”Encyclopedie” wilde men alle menselijke kennis catalogiseren en tegelijk een min of meer praktische levensgids bieden. Dat zou moeten leiden tot een toename van het menselijke geluk, zo meenden de samenstellers.

Dit samenspel van verlichte motieven en overmoedige dromen zijn de karaktertrekken van de Franse Verlichting. Het tekent ook het streven van Diderot, hoewel Diderot grillig was en energieker dan in kort bestek valt aan te geven. Een duidelijk punt is, dat hij minder rechtlijnig was dan de zeventien jaar oudere Voltaire. Dat blijkt wel het recent in het Nederlands verschenen ”Jacques de fatalist”, een van Diderots bekendste boeken. De kwestie waar het hier om gaat, is deze: rationeel gezien lijkt het aannemelijk dat niets zomaar gebeurt, dat een mens geen echt vrije keuzes kan maken en dat niets bij toeval plaatsvindt; alles wat gebeurt, ligt vooraf al vast. Hetzij in de plannen van een Godheid, hetzij in de natuurwetten, die alles bepalen en werken volgens het principe van oorzaak en gevolg. Als je dit denken op een noemer wilt brengen dient de term ”determinisme” zich aan; blijkens de ondertitel van Diderots boek kun je ook van ”fatalisme” spreken. Hoe dan ook, het lastige is dat de dagelijkse menselijke ervaring uitwijst dat wijzelf keuzes maken en dat de dingen niet van tevoren vastliggen. Dat is een forse tegenstelling, waar je helemaal in kunt vastlopen.

Tweespalt
Als nu Diderot een rechttoe rechtaan verlichtingsdenker was geweest, zou hij het bij het determinisme hebben gehouden, want dat klinkt als een klok - voor rationele oren. Maar Diderot kon hiermee slecht leven. In een brief aan een van zijn vriendinnen schreef hij dat hij zich erover kwaad maakt dat zijn geest deze deterministische denkbeelden wel moet goedkeuren, maar dat zijn hart weigert zich erbij neer te leggen. Diderot blijkt hier een innerlijke tweespalt te voelen - en juist daar zit zijn menselijkheid.

Deze filosofische discussies over vrijheid versus bepaaldheid vormen het kader waarin de roman van Diderot begrepen moet worden. Zijn hoofdpersoon Jacques is een praatgrage knecht, die met zijn meester een tocht maakt, avonturen beleeft en vooral veel vertelt over avonturen die hij heeft beleefd. Ook zijn er derden die aan het tweetal verhalen vertellen over merkwaardige, opmerkelijke of bizarre gebeurtenissen. Zo is er een uitvoerig verhaal over een vrouw die ontdekte dat haar man niet meer van haar houdt.

Door allerlei listen slaagt ze erin dat hij uiteindelijk huwt met een prostituee; dat is haar wraak. Tussen die verhalen door geeft de verteller commentaar en richt hij zich nogal eens direct tot de lezer. Zo heeft het hele boek iets van het babbelzieke karakter van hoofdpersoon Jacques. Maar daarmee is niet de kous af. Jacques en de verteller stellen geregeld filosofische vragen aan de orde, die welbeschouwd samenhangen met de chaotische veelheid aan verhalen. Want daaruit blijkt juist de grilligheid van het verloop van de gebeurtenissen, terwijl het theoretische standpunt dat Jacques met grote regelmaat verwoordt, neerkomt op het tegenovergestelde: determinisme. Hij roept soms bladzij na bladzij uit: hoe dit of dat zal gaan, staat „daarboven geschreven.”

Dit fatalisme of determinisme waaiert uit in vele sombere overwegingen, zoals deze: „Meester, we weten in het leven niet waarmee we blij moeten zijn en waarover verdrietig. Goed brengt kwaad voort, kwaad brengt goed voort. We bewegen ons in de duisternis onder wat daarboven geschreven staat, even dwaas in onze wensen en onze vreugde als in ons verdriet.”

Sombere kant
Diderots boek bevindt zich dicht bij relativisme (er is geen rechtvaardigheid) en toont een pendelbeweging tussen snoeihard determinisme en de hoop op vrijheid en verantwoordelijkheid. De in Diderots dagen hooggeroemde Verlichting heeft sombere kanten, zoveel wordt wel duidelijk. Tegelijk is dit boek onderhoudend en vaak vrolijk. Maar het is een vrolijkheid bij de afgrond van het pessimisme, wat in schril contrast staat met het zelfingenomen optimisme van de achttiende-eeuwse Franse encyclopedisten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer