Geliefde kinderen
Hooggeachte minister, zeer geëerde leden der Tweede Kamer, geachte heer Van Aartsen,
Het verheugt ons buitengewoon dat u zich om de Nederlandse jeugd bekommert. Kinderen zitten zonder opvang op tijden die hun ouders wel beter kunnen besteden. Terecht dat u dat onaanvaardbaar vindt. Ouders kunnen er per slot van rekening ook niks aan doen.Het is dan ook volstrekt logisch dat u ons als scholen een hoofdrol hebt toebedacht bij de kinderopvang. Basisscholen zijn immers al vrijwel volledig toegerust om kinderen van halfacht tot halfzeven op te vangen. We popelen om deze nieuwe uitdaging vol goede moed op te pakken.
Een klein overzicht van argumenten onzerzijds zal u helpen om het klompjesvolk uit te leggen dat dit absoluut een goed plan is. Niet iedereen begrijpt nu eenmaal direct dat uw plannen van een wijsheid getuigen waar zelfs de uilen van Athene hun braakbal spontaan voor zouden inslikken.
We organiseren ouderavonden met deskundige sprekers over opvoedingsproblemen. Vaak horen wij daar dat vaders zo weinig thuis zijn. Deze inleiders kunnen nu een nieuwe doelgroep aanboren door ook de moeders aan te spreken.
Kinderopvang de klok rond is een absolute must. Sommigen zeggen dat u hiermee het probleem klakkeloos over de schutting van het schoolerf smijt. Zij zouden met voorrang vervolgd moeten worden wegens smadelijke laster. Neem ”brede school”, neem ”voor- en vroegschoolse educatie”. Het ligt dan toch in de rede dat ook naschoolse educatie en opvang bij de scholen thuishoort!
Tip: Ga proactief met de volgende braakliggende terreinen aan de slag. Veel kinderen hoeven niet per se vroeg naar bed. Verplicht de ouders om de kinderen niet voor 21.00 uur op te halen. En in de vakantieperioden is er nog steeds een probleem en staan de schoolgebouwen leeg.
Kinderopvang past volledig in het rijtje: verbod op een vierdaagse schoolweek, eisen rond veiligheid op school met toegangspoortjes, burgerschapslessen en lessen over gezonde voeding. Een duidelijk voorbeeld van koersvast GIO-2I-beleid (Ga In Op Ieder Incident).
U doet als ministerie al zo veel voor het onderwijs. Neem uw streven om de hoeveelheid regels en papier met 25 procent terug te dringen. We hebben daar vervolgens geen enkel bericht meer over gehad. Waar maak je zoiets tegenwoordig nog mee, zouden we willen stellen!
Vorig jaar hebt u als ministerie van Onderwijs samen met de scholen toekomstplannen ontwikkeld. Een compacte notitie was het resultaat (”Koers PO”, 66 bladzijden). Het streven tot kinderopvang past daar volledig in. Vraag: Helaas is de bladzijde niet te vinden waarin kinderopvang bínnen de school geregeld is. Kunnen enkele van uw slimme medewerkers hier discreet een mouw aan passen?
En neem uw voornemen om direct zaken te doen met de scholen zelf. Helder en transparant communiceren: dat is ook nu weer uitstekend gelukt. Alle scholen in Nederland hebben dit plan gezamenlijk en tijdig vernomen via de media.
Ten slotte, u hebt het soms over ”Educational Governance”. Kwade tongen vonden destijds dat zo’n begrip niet thuishoort binnen een Nederlands ministerie. Dat is onzin, maar we moesten toegeven dat in uw zoektocht naar een krachtig scholenveld de precieze invulling ook nog wat onduidelijk was gebleven. Echter, in feite slaat u nu twee vliegen in één klap! U regelt de kinderopvang en wij weten ook gelijk hoe u het motto ”minder regels en meer autonomie” bedoelt.
Tot zover enkele argumenten die u helpen bij de verkoop van uw ’beleid’. U merkt dat wij onze nieuwe rol als krachtige en zelfbewuste scholenpartner energiek oppakken.
Graag wensen wij u sterkte in uw mooie taak. Wij gaan nog even een vervanger zoeken voor morgenochtend en een paar rapportageformulieren invullen.
Met vriendelijke groet,
D. I. Recteur
De auteur is manager van de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs aan hogeschool Driestar educatief te Gouda.