Het Yasukuni–monument geldt als symbool van het vroegere Japanse militarisme. Onder de 2,5 miljoen doden die op de plek worden vereerd, zijn ook veertien veroordeelde oorlogsmisdadigers. China, Zuid–Korea en andere Aziatische landen die ooit te maken hadden met Japanse agressie, protesteren regelmatig tegen de bezoeken die Japanse leiders aan het monument brengen. Ook deze keer werd de Japanse ambassadeur in Seoul op het matje geroepen bij het Zuid–Koreaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, kort nadat Koizumi zijn omstreden bezoek had gebracht.In China gaf de Japanse ambassade een waarschuwing uit dat het na het bezoek van Koizumi tot „sterke reacties" van regering en publiek kan komen. Japanners worden gewaarschuwd voor Chinese mensenmassa’s. In april was het in China tot wekenlange gewelddadige demonstraties gekomen door een controverse over Japanse geschiedenisboeken.

De premier bezocht de gedenkplaats Yasukuni van de Japanse godsdienst shintoisme in augustus 2001 voor het eerst. Hij maakte er vervolgens een jaarlijkse bedevaart van. Vorig jaar bepaalde een Japanse rechtbank dat Koizumi daarmee de grondwet schendt, waarin de scheiding van staat en religie is vastgelegd.

Koizumi zei vorig jaar al dat hij zich niets van die uitspraak aan zou trekken. Volgens hem gaat het bij de bezoeken niet om het verheerlijken van de oorlog, maar om een eerbetoon aan de oorlogsdoden. De jaarlijkse bezoeken zijn een van zijn verkiezingsbeloften.

’Yasu’ betekent vrede en ’kuni’ land. Het Yasukuni–monument is in 1869 gebouwd.