Russische troepen hadden eerder op de dag in de hoofdstad Naltsjik een politiebureau en een winkel bestormd die door gewapende opstandelingen uit de naburige deelrepubliek Tsjetsjenië waren bezet. De militairen bevrijdden enkele gegijzelden en doodden de ongeveer tien opstandelingen, meldden politie en plaatselijke persbureaus.Naltsjik was donderdag het toneel van bloedige commando-acties door rebellen uit het opstandige Tsjetsjenië. Zij voerden aanvallen uit op politiebureaus, gebouwen van Russische federale veiligheidsdiensten, militaire installaties, kantoren van de drugsbestrijdingsdienst en het vliegveld. Russische militairen maakten daarna een einde aan de meeste acties.

De Russische president Poetin loofde de veiligheidsdiensten en militairen voor hun optreden tegen de opstandelingen. Hij zei dat bij de acties goed is samengewerkt, maar noemde het tegelijkertijd spijtig dat „bandieten” nog zulke grote aanvallen kunnen uitvoeren.

De politie sprak van zorgvuldig gecoördineerde en voorbereide aanslagen. Getuigen verklaarden dat de stad een paar uur lang oorlogsgebied leek. Naltsjik met zijn 280.000 inwoners werd op last van Poetin compleet afgezet.

Ongeveer twintig rebellen konden worden opgepakt. De verantwoordelijkheid voor de acties is opgeëist door de Strijdkrachten van de Tsjetsjeense Republiek.

De president had er donderdag al geen twijfel over laten bestaan wat er gebeurt met commando’s in Naltsjik die zich niet onvoorwaardelijk overgeven. Elke gewapende opstandeling moest worden gedood. „Iedereen die gewapend verzet biedt, moet ter plekke worden geliquideerd”, aldus onderminister van Binnenlandse Zaken Tsjekalin.

Poetin lijkt met zijn gespierde taal een les te hebben getrokken uit het drama op een school in Beslan in september vorig jaar. De Russische president kreeg toen veel kritiek te verduren omdat hij niet snel genoeg had laten ingrijpen.