De delegatie wil Nederlandse zakenpartners duidelijk maken dat het ondanks de intifada, de Palestijnse opstand, goed zakendoen is met Israëlische bedrijven. „We leveren nog steeds kwaliteit en we leveren op tijd”, zegt D. Simha van de Kamer van Koophandel Israël-Nederland in Tel Aviv.

Leider van de handelsdelegatie E. Yanay ziet een belangrijke rol weggelegd voor het bedrijfsleven op weg naar vrede. „Het is als bij een examen. Als de eerste vraag, in dit geval de politieke vraag, te moeilijk is, sla je die over en ga je door met de tweede, de economische. Door eerst de overige vragen te beantwoorden, kom je mogelijk ook op de oplossing voor de eerste”, stelt Yanay.

De delegatieleider meent dat Israël en Palestina op economisch gebied goed kunnen samenwerken. Op individuele basis zijn de contacten tussen Israëlische en Palestijnse zakenmensen er al. Yanay wil het voorbeeld volgen van een fonds voor projecten in Jordanië.

Met geld van de Verenigde Staten, Israël en Jordanië, worden gezamenlijk projecten opgezet in Jordanië. In het land wonen veel Palestijnen. Yanay meent dat als zij de resultaten zien, zij meer Palestijnen kunnen porren voor een dergelijk project op de Westelijke Jordaanoever en Gaza. De Verenigde Staten en de Europese Unie zouden hier geld in moeten steken en kennis beschikbaar moeten stellen voor de projecten.

De redenering is dat hoe beter mensen het hebben, des te meer ze hebben te verliezen. Ze zullen minder voelen voor geweld en gezamenlijk tot een oplossing willen komen.

Het Israëlische bedrijfsleven heeft belang bij rust in de regio. De Palestijnse opstand sinds september 2000 heeft zijn weerslag op de Israëlische economie, ook al geeft de delegatie dat maar moeizaam toe. „Natuurlijk is de intifada niet goed voor ons, maar 11 september en de neergang van de wereldeconomie zijn van veel grotere invloed”, zegt Yanay.

Een gevolg van de intifada is dat de Palestijnen niet meer in Israël kunnen werken. Voor de Palestijnen betekent dit een werkloosheid van boven de 50 procent, voor Israël dat ze arbeidskrachten halen uit Roemenië, Thailand en China. Liever hebben ze de Palestijnen. „Het zijn onze buren, het zijn neven”, zegt Johananoff, directeur van Gadot Chemical Terminals in Tel Aviv.

Ondanks de huidige situatie is de delegatie optimistisch over de toekomst in het Midden-Oosten. Dit kan niet altijd zo doorgaan, is de redenering. Yanay: „De Israëli’s en Palestijnen hebben elkaar als buren niet uitgezocht, maar uiteindelijk zullen we het met elkaar moeten doen.”