Mohammed B. mag worden vervolgd
AMSTERDAM (ANP) - De moordenaar van Theo van Gogh, Mohammed B., mag worden vervolgd voor zijn vermeende rol in de Hofstadgroep. Dat heeft de rechtbank vrijdag besloten.
De rechters staan de vervolging toe ondanks dat Mohammed B. voor zijn misdrijf op Van Gogh levenslang heeft gekregen en in principe nooit meer vrijkomt. De advocaat van B., P. Plasman, had de rechtbank daarom juist gevraagd een einde te maken aan het nieuwe proces tegen B. In de visie van de advocaat is die vervolging onrechtmatig.Plasman meent dat het openbaar ministerie er voor B. een „showproces” van wil maken. „De kern is dat de officier van justitie Mohammed B. nog eens extra wil straffen, terwijl hij al de maximale straf heeft gekregen. Dit om hem extra leed toe te brengen. Dat mag niet in ons strafrecht”, vindt de advocaat.
Het OM meent wel degelijk het recht te hebben om de moordenaar van Theo van Gogh ook voor zijn betrokkenheid bij de Hofstadgroep te laten berechten. Officier van justitie A. van Dam stelt dat er sinds de veroordeling van B. in Amsterdam nieuwe informatie is gekomen over zijn betrokkenheid bij de Hofstadgroep. „Het is duidelijk geworden dat de overige verdachten van de Hofstadgroep zich rond hem hebben geconcentreerd en zich door hem hebben laten inspireren.”
De rechters vinden het „begrijpelijk en niet onredelijk” dat de moordzaak van Theo van Gogh voorrang heeft gekregen van het OM, wegens de grote maatschappelijke onrust die was ontstaan. Daarom heeft justitie niet het recht verspeeld om B. nu alsnog te laten berechten voor zijn vermoedelijke rol bij de Hofstadgroep. De rechtbank vindt dat het OM het maatschappelijk belang in deze kwestie zwaarder mocht laten wegen dan het belang van Mohammed B.
Het OM constateerde ook nog dat er andere doelen zijn die de strafvervolging van B. in het kader van de Hofstadzaak rechtvaardigen. „Het gaat daarbij om waarheidsvinding en het publiekelijk afleggen van verantwoording. Dat willen wij B. niet cadeau geven”, aldus aanklager Van Dam tijdens de meest recent gehouden zitting over de Hofstadgroep.
De rechters vinden ook dat er in een rechtzaak niet altijd per definitie moet worden gestraft. Het gaat volgens hen in een proces om het „recht doen.”