Kerk & religie

Een leven in dienst van opwekking

HARDINXVELD-G’DAM - Voor het eerst zet hij voet op Hollandse bodem. De passie voor opwekking drijft hem naar Nederland. Ds. P. de Beer uit Pretoria ziet zijn werk onder hindoes en moslims in Zuid-Afrika gezegend. „Vooral onder hindoes is er openheid voor het Evangelie. Bij moslims ligt dat moeilijker.”

K. van der Zwaag
14 October 2005 11:42Gewijzigd op 14 November 2020 03:03
HARDINXVELD GIESSENDAM – Ds. P. de Beer: „Bekeerde hindoes zijn na hun overgang vaak beschamende voorbeelden voor de traditionele christenen in hun levensstijl en nauwe omgang met Christus.” - Foto Vincent Boon
HARDINXVELD GIESSENDAM – Ds. P. de Beer: „Bekeerde hindoes zijn na hun overgang vaak beschamende voorbeelden voor de traditionele christenen in hun levensstijl en nauwe omgang met Christus.” - Foto Vincent Boon

Ds. De Beer vervult de komende dagen spreekbeurten voor de stichting Metanoia, die ontstaan is uit de Stichting Reformatorisch Appèl (SRA). Metanoia wil psychopastorale hulp verlenen aan mensen in geestelijke nood en zich door middel van lezingen en conferenties richten op „geestelijke herleving en verdieping.”Ds. De Beer spreekt als nationale voorzitter van de Stichting Herleving Zuid-Afrika regelmatig over opwekking, vooral sinds hij als predikant van de Engelstalige Reformed Church in Africa (RCA) met emeritaat is. Deze kerk is uit de Nederduits Gereformeerde Kerk (NG-Kerk) voortgekomen en bestaat bijna geheel uit bekeerde hindoes en enkele ex-moslims.

Predikantengeslacht
Perold de Beer stamt uit een predikantengeslacht. Zijn beide grootouders waren predikant in de NG-Kerk. De Beer voelde op jonge leeftijd de roeping om predikant te worden. „Ik kwam op 16-jarige leeftijd tot bekering onder de prediking van dr. Oswald J. Smith, een Canadese opwekkingsprediker die in Zuid-Afrika bijeenkomsten hield. God heeft toen mijn leven omgekeerd.”

De Beer had reeds het voornemen om predikant te worden, maar aan de zending had hij nooit gedacht. „De preek van Smith bracht mij de nood onder ogen van de vele hindoestaanse Indiërs in Zuid-Afrika en van de moslims. Er was niet één predikant van de NG-Kerk die onder de Indiërs werkte. Hoe zouden zij het Evangelie kunnen verstaan als niemand hun dat predikt?”

Ds. De Beer kreeg na zijn theologische studie twee beroepen: van een grote NG-gemeente in de Kaap, met ongeveer 1000 leden, én het verzoek om te pionieren onder de Indiërs. „Omdat mijn vrouw geen antenne voor de zending had, nam ik het beroep naar die grote gemeente aan. Daar ontdekte ik echter dat het moeilijker is om de boodschap van het Evangelie kwijt te raken aan mensen die reeds christen zijn, dan aan mensen die er geheel verstoken van zijn.”

Nieuwe kerk
Nadat hij twee jaar een Afrikaanse gemeente van de NG-Kerk gediend had, startte hij pionierswerk onder de moslims en de hindoes van Pretoria. Omdat hij inzag dat het voor hindoes moeilijk was om lid van een bestaande christelijke kerk te worden, ontstond er in 1965 uit de NG-Kerk een aparte kerk, de Reformed Church in Africa. Het kerkverband telt nu zo’n 3000 leden met tien predikanten die allen ex-hindoe zijn.

Ondertussen voelde hij zich geboeid door het thema opwekking. „Vooral onder jongeren was het verlangen gegroeid naar de tijd van de grote opwekking onder Andrew Murray, rond 1860. Dat werk werd rijk gezegend. We belegden met gereformeerde en behoudende baptisten conferenties over het thema opwekking.” Ook werd contact gezocht met verwante organisaties in Amerika en Engeland.

In zijn eigen land ziet ds. De Beer tekenen van een opleving. „Vooral onder jongeren is het verlangen ernaar groot. In Pretoria wordt nu een kerk gebouwd voor 50.000 mensen. Die gemeente wordt gediend door tien predikanten. Het is een behoudende evangelicale, maar geen charismatische kerk. De NG-Kerk is vanouds erg missionair geweest, maar heeft de laatste tijd te lijden van de opkomst van liberale opvattingen.”

Proces
Die kerk in Pretoria heeft op dit moment echter te maken met een proces dat een homoseksuele dirigent tegen haar heeft aangespannen omdat de kerk zijn levenswijze niet accepteert. Hij kan zich beroepen op de grondwet van Zuid-Afrika, een van de meest progressieve grondwetten ter wereld. „De gemeente heeft een helder afwijzend standpunt ingenomen en is zelfs bereid om, omwille van het Evangelie, een forse boete te betalen. Alleen door eerlijk en duidelijk te zijn, zal de kerk werfkracht hebben.”

Het werk onder hindoes wordt gezegend, zegt ds. De Beer stellig. „Bekeerde hindoes zijn na hun overgang vaak beschamende voorbeelden voor de traditionele christenen in hun levensstijl en nauwe omgang met Christus. Je ziet in hun leven dat het evangelische geloof harten verandert, terwijl liberale opvattingen niets veranderen.”

Onder moslims is het veel moeilijker werken, zegt ds. De Beer, hoewel er ook onder hen zijn die tot geloof zijn gekomen. „Het grootste probleem is om hun een plek te geven in een plaatselijke gemeente. De eerste drie moslims die Jezus Christus gingen volgen in onze gemeente, zijn door hun eigen families vermoord. Een meisje werd bijna door haar broer omgebracht toen hij hoorde dat ze christen was geworden. Je moet bekeerlingen overbrengen naar een veilige omgeving, totdat de relatie met de familie hersteld is. Er is dus een systeem nodig dat die zorg structureel praktiseert.”

Hoop
Ds. De Beer hoopt dat het thema opwekking ook Nederlandse christenen aanspreekt. „Ook hier zijn traditionele kerken die te maken hebben met een ingezonken geloofsleven. Die ingezonkenheid heeft vaak alles te maken met welvaart en materialisme. Het zijn concrete zonden die scheiding maken tussen God en onze ziel. In tijden van opwekking worden opnieuw de heiligheid van God en de ernst van de zonden doorleefd. Maar dan gaan de ogen ook open voor het wonder van het Evangelie dat Jezus is geopenbaard om de werken van de duivel te verbreken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer