Buitenland

Balakot volledig verwoest

BALAKOT - Plotseling komt op de route vanuit de Pakistaanse hoofdstad Islamabad naar het door de aardbeving getroffen gebied de stad Balakot in zicht. Of wat er nog van over is. De stad is volledig vernield. Er staat geen gebouw meer overeind. RD-correspondent Kjeld Duits is ter plaatse en doet verslag.

Van onze correspondent
13 October 2005 12:12Leestijd 7 minuten
BARAKOT – Vrachtwagens volgeladen met vluchtelingen in het rampgebied in Pakistan. Foto Kjeld Duits
BARAKOT – Vrachtwagens volgeladen met vluchtelingen in het rampgebied in Pakistan. Foto Kjeld Duits

Tussen de puinhopen die resteren van een schoolgebouw liggen vernielde bankjes en schoolboeken. De aardbeving had plaats toen de lessen aan de gang waren. Vele honderden scholieren zijn omgekomen in deze stad, zegt een Pakistaan. De verwoesting is zo volledig in Balakot dat het een wonder is dat iemand hier kon overleven.De arts Adnan Akbar van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zegt dat mogelijk 90 procent van de inwoners van Balakot het leven heeft verloren. Toch worden er nog overlevenden uit de puinhopen gehaald. „Vandaag”, zegt Akbar, „haalden we een 65-jarige man uit de puinhopen. We boden hem vruchtensap aan, maar hij zei: „Nee, ik ben aan het vasten.”” De dokter lacht. Zelfs in deze ellende is er nog ruimte voor humor.

Een grote schare mannen loopt de stad uit, de bergen in. Bulldozers werken hard om de weg vrij te maken. Verkeer kan op deze manier zijn weg niet vervolgen. Mensen proberen het te voet. De 28-jarige Safbar Hussain is woensdag vanuit Karachi vertrokken. Hij werkt daar in een textielfabriek. „We zijn gisteren met zestig mensen op weg gegaan”, legt hij vermoeid uit, „en zijn al dertig uur op reis.” Bussen brachten hen tot Balakot. Te voet trekken zij verder.

„We zijn op weg naar Jaread.” Hussains geboorteplaats is een dorp van ongeveer 4000 inwoners op zo’n 30 kilometer van Balakot. „Ik heb gehoord dat het dorp volledig vernield is. Ik weet niet of mijn grootouders, ouders, broers, zusters, neven en nichten nog in leven zijn.”

Zelfs als de weg volledig geblokkeerd is, gaan zij verder, zegt Hussain. Wanhoop en bezorgdheid klinken door in zijn stem. „Als ik niet verder kan, ga ik klimmen. We lopen de hele nacht verder. Ik heb verlichting bij me.” Hij haalt de lamp uit een plastic tas, waar verder lucifers, koekjes en een extra overhemd in zitten. In zijn andere hand houdt hij een paraplu. Hoewel het weer mooi is, wordt er regen voorspeld. „Als mijn familieleden dood zijn”, zegt de fabrieksarbeider met zachte stem, „heeft het leven geen betekenis meer voor me.” Dan loopt hij langzaam weg.

De helikopters zien er machtig uit als ze een lading hulpgoederen afleveren in door de aardbeving van zaterdag getroffen steden en dorpen in Pakistan. De piloten zijn helden die levens redden. Maar zelfs de grote Amerikaanse Black Hawk brengt minder goederen over dan één enkele vrachtwagen. Het zijn juist de vrachtwagenchauffeurs die de meeste materialen naar het rampgebied brengen.

De weg van het vliegveld in Islamabad naar het rampgebied is lang en beproeft het geduld tot het uiterste. Pakistaanse chauffeurs staan niet bepaald bekend om hun geduld. Op de routes die de vrachtwagens met hulpgoederen nemen, is het daardoor al snel een grote chaos.

Het begint onschuldig. De weg van Islamabad naar Taxila is vol met vrachtwagens. Af en toe staat er een kolonne legervoertuigen langs de weg die pauzeert tijdens de reis naar het rampgebied. Soms maakt een enorme kraanwagen deel uit van de karavaan, maar meestal gaat het om vrachtwagens die soldaten vervoeren. Het landschap is sober en van de verwoestende aardbeving van afgelopen zaterdag is niets te zien. Langs de weg staan eenvoudige bakstenen hutten, enkele koeien en een paar schapen of geiten grazen op bruine velden. De vrachtwagens met hulpgoederen laveren langs ezelwagentjes volgeladen met groenten.

Na een uur rijden begint het landschap te veranderen. Lage bergen en heuvels wisselen elkaar af. De bomen staan her en der verspreid. Het landschap is voornamelijk bruin, met het donkergroen van bijna uitgedroogde vegetatie. Zwaar beladen ezels met fel gekleurde zadels en klingelende belletjes bewegen traag langs de weg. In het landschap staan enorme schoorstenen met muren van baksteen eromheen. De grond wordt gebakken, niet beplant. Veel taxi’s bestaan uit paard en wagen. Het leven speelt zich af op straat. Overal lopen mannen in katoenen broeken en lange hemden.

Het moderne leven in de vorm van ingevoerde tweedehandsauto’s uit Japan die grauwe wolken uitlaatgas uitspuwen, staat in groot contrast met een manier van leven die sinds enkele honderden jaren nauwelijks veranderd is. In deze traditionele samenleving moet de ramp extra hard zijn aangekomen.

Zelfs na twee uur rijden is er nog geen enkel spoor van de aardbeving te zien. Maar het landschap en de mensen veranderen duidelijk. Veel meer mannen dragen baarden, vrouwen hebben het gezicht verborgen. Voorschriften van de islam worden streng nageleefd. Alle restaurants zijn gesloten vanwege de ramadan, die hier uitermate serieus wordt genomen. Een restauranteigenaar die door een chauffeur wordt gevraagd een uitzondering te maken en een maaltijd aan te bieden, legt verontschuldigend uit dat er agenten in burger voor zijn restaurant zitten om te controleren of hij de regels volgt.

Religeuze regels mogen dan streng zijn, in het verkeer lijken ze totaal niet te gelden. Steeds weer haalt een vrachtwagen vol met hulpgoederen en vrijwilligers erbovenop een andere truck in, die op zijn beurt ook weer een vrachtwagen aan het inhalen is. Dit alles speelt zich af op een tweebaansweg die door de bergen kronkelt en waarop het zicht op tegenliggers volledig ontbreekt.

Als de vrachtwagens Abottobad naderen, staat het verkeer plotseling totaal vast. Toch blijven vrachtwagens en personenwagens proberen elkaar te passeren, totdat ze tegemoetkomend verkeer ontmoeten. De steile bergweg ziet eruit als een parkeerplaats waar auto’s in alle mogelijke richtingen staan geparkeerd. Er word getoeterd en geschreeuwd, maar er komt geen centimeter vrij. Er is geen politie om de knoop te ontwarren, toch is er af en toe een spastische beweging in de massa auto’s. Maar alles gaat traag en wordt onderbroken door lange pauzes.

Een vrachtwagen wordt gevolgd door een man die een grote steen in zijn armen houdt. Iedere keer als de vrachtwagen een paar meter de steile weg oprijdt, loopt de man er achteraan. Zodra de chauffeur stopt, deponeert hij zijn vrachtje achter een van de achterwielen.

na de zoveelste bocht staan pardoes twee agenten op de weg. De massa auto’s splitst zich in twee lange ketens van voertuigen die in tegenovergestelde richtingen bewegen. Lege vrachtwagen en bestelwagens volgepropt met gezinnen komen de berg af, vrachtwagens gevuld met dozen water, voedsel en dekens gaan de berg op. De lucht is vol van uitlaatgassen, de droge hitte van het Pakistaanse najaar maakt het ademen extra zwaar.

Na bijna vier uur is eindelijk Abottobad bereikt. Hier zijn de eerste sporen te zien van de ramp. Een gebouw ligt plat. Een muur ligt omver bij een van de vele ziekenhuizen. De enorme tuin van het hospitaal staat vol met grote kleurige tenten. Het krioelt er van de mensen. Af en toe raast er een ambulance met loeiende sirenes langs vanuit tegenovergestelde richting.

Een truck met acht zwaar bewapende soldaten mengt zich tussen het hulpverkeer. Een van de militairen draagt een bromfietshelm en staat achter een op de auto gemonteerd enorm machinegeweer. De Pakistaanse televisie toonde woensdag beelden van hongerige overlevenden die vrachtwagens aanvielen om zich meester te maken van de hulpgoederen. De autoriteiten willen een herhaling schijnbaar voorkomen.

Drie uur later is de weg plotseling versperd door soldaten. Veel verkeer wordt niet doorgelaten, hulpgoederen en bussen met mensen op zoek naar familieleden wel. Langs de weg staan vrachtwagens. Vanuit de achterbak worden goederen uitgedeeld. Vrouwen en kinderen strekken hun armen uit naar de hulpverleners. Het ziet er allemaal ordelijk uit.

Om de zoveel minuten raast er een helikopter over het verkeer heen. Plotseling stopt het verkeer weer. Een bulldozer van het leger ruimt rotsen van de weg. Gezinnen zitten naast hun volledig vernielde huizen. Een lange slang van auto’s strekt zich uit over een weg die aan de bergen lijkt vastgeplakt. Een twintigtal mannen stapt uit de wachtende auto’s. Naast de weg beginnen ze te bidden.

De bulldozer stopt en laat een ambulance passeren. Door het openstaande raam is het van pijn verkrampte gezicht van een gewonde man te zien. Twee mannen houden hem in bedwang. De ambulance wordt gevolgd door vrachtwagens en bestelwagens, volgeladen met vluchtelingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer