EU steunt opslag telefoongegevens
LUXEMBURG (ANP) - Het Europees Parlement mag voorlopig meepraten over de verplichte opslag van telefoongegevens in de strijd tegen terrorisme. De Eerste en de Tweede Kamer hadden daar dinsdag op aangedrongen.
Als er eind dit jaar geen akkoord met het Europees Parlement mogelijk is, zullen de EU-ministers van Justitie zelf een besluit nemen over de verplichte gegevensopslag. Het risico van zo’n maatregel is wel dat het Europees Parlement daar weer tegen in beroep kan gaan bij het EU-Hof van Justitie in Luxemburg, waardoor de hele regeling over enkele jaren nietig verklaard kan worden.De voorzitters van de drie grote christen-democratische, socialistische en liberale fracties in het Europees Parlement hebben echter al aangegeven dat een akkoord met hen mogelijk is. Daardoor zouden telecombedrijven vanaf juli 2007 de verplichting kunnen krijgen om alle gegevens over wie met wie belt of mailt gedurende zes maanden tot twee jaar te bewaren.
De politie kan dan bij telefoonmaatschappijen en internetproviders in andere EU-lidstaten informatie over communicatie opvragen. Daarbij gaat het niet om de concrete inhoud van gesprekken of mails. Lidstaten zoals Nederland zouden de mogelijkheid krijgen om gedurende twee jaar nog geen gegevens te laten bewaren over niet gelukte gesprekken.
Minister Donner van Justitie staat onder sterke druk van de telecomsector om mislukte gesprekken buiten de regeling te houden, omdat de opslag van deze gegevens erg veel gaat kosten. Er is ook nog geen duidelijkheid over compensatie voor het bedrijfsleven, waar de telecomsector sterk op aandringt vanwege de hoge extra kosten van gegevensopslag.
Onderzoek moet nog uitwijzen hoe hoog deze kosten precies gaan worden. Donner denkt ook dat het mogelijk is om de overheid in elke lidstaat de gegevens centraal te laten bewaren en dat bedrijven de kosten voor aanlevering van hun informatie op zich nemen.
Overleg tussen de EU-ministers, gisteren in Luxemburg, heeft volgens Donner wel uitgewezen dat in het geval van compensatie dit in alle lidstaten tegelijk moet gebeuren, om de concurrentie tussen EU-landen niet te verstoren. Donner wilde nog niet zeggen of hij bereid is het bedrijfsleven in Nederland steun te verlenen voor de hoge opslagkosten.
Ondanks de vele juridische en politieke voetangels acht Donner een akkoord eind december tussen lidstaten en met het Europees Parlement „nog steeds zeer wel haalbaar.”