Binnenland

De Yes lezen met een hoofddoekje

Lezen past bij het Westen, niet bij de meeste allochtonen. Althans, zo luidt een veelgehoorde stelling. Maar klopt het? Feit is dat orthodox-islamitische lectuur heel wat boekwinkels kan vullen. Zoals die aan de Haagse Van Meursstraat. „Salaam aleikum!”

Jacob Hoekman
12 October 2005 09:30Gewijzigd op 14 November 2020 03:03
„De concurrentie met het boek is groot, erg groot. We zullen de weg moeten vinden om die concurrentie aan te gaan. Maar die weg laat zich niet makkelijk vinden.” Foto RD, Sjaak Verboom
„De concurrentie met het boek is groot, erg groot. We zullen de weg moeten vinden om die concurrentie aan te gaan. Maar die weg laat zich niet makkelijk vinden.” Foto RD, Sjaak Verboom

De islamitische zaak in het hartje van de Haagse Spoorwijk laat zich moeilijk omschrijven. Een boekenwinkel, is de eerste gedachte, gelet op de rijen islamitische werken. Maar nee, verderop in de winkel hangen de nodige djellaba’s en de laatste hijaab-mode. Toch zou de betiteling kledingzaak ook ongepast zijn, gelet op de respectabele hoeveelheid overige goederen, van parfums en gebedskleedjes tot zelfs kinderspeelgoed en speciale koranlaptops.De at-Taqwa-zaak doet er zelf niet zo moeilijk over: ”Voor al uw islamitische en Arabische producten”, vermeldt een trotse flyer. „Er komen hier redelijk wat mensen”, zegt de Nederlands-Marokkaanse uitbater Mohamed, die bezoekers hartelijk welkom heet met een gemeend „salaam aleikum” - welkom, of letterlijk: vrede zij met u.

De meeste bezoekers van at-Taqwa zijn weliswaar moslim, maar niet allemaal. „Soms komen er ook mensen die belangstelling hebben voor de islam. Dan hebben wij boeken die hen kunnen helpen”, aldus Mohamed.

Hij loopt gedienstig naar een van de boekenplanken, met tientallen uitgestalde -en in het Nederlands vertaalde- werken en grijpt ”De Fakkel. God bestaat”. Het boek is een aanrader voor iedere ongelovige, vindt Mohamed, en met hem meer orthodoxe moslims. Het werk is in verschillende moskeeën van onverdacht orthodoxe signatuur verkrijgbaar en behelst een weerlegging van de evolutietheorie en een pleidooi voor de islam.

Marokkaanse dorpjes
Mohamed noemt zich nog maar een beginner in de lectuur die achter hem staat, maar weet desondanks aardig de weg in het aanbevelen van zijn geloof. Met titels als ”De weg van de moslim”, ”Hoe corrigeerde de Profeet fouten van mensen?” en ”De grote zonden” staat hij niet alleen achter de toonbank aan de Van Meursstraat in de Haagse Spoorwijk, maar is hij ook met vaste regelmaat op de markt te vinden in Amsterdam, Utrecht en Almere.

„Sommige mensen moeten niets van ons hebben, maar opmerkelijk veel Nederlanders tonen zich geïnteresseerd als ze langslopen”, is de ervaring van Mohamed. „In Almere bijvoorbeeld gebeurt het regelmatig dat mensen in de boeken gaan bladeren. Vaak komen we dan tot een gesprek.”

Hij denkt dat veel islamitische jongeren in het gezin weinig meekrijgen als het gaat over lezen. „Met een boekje in een hoekje gaan zitten is niet zo gebruikelijk, zeker niet in de Marokkaanse dorpjes in de bergen waar de meeste Marokkanen in Nederland vandaan komen. Vroeger moest ik er zelf ook weinig van hebben. Maar toen dacht ik: Ik ga straks een keer sterven. En dan? Sindsdien ben ik leergierig geworden; ik wil steeds meer weten over de islam. Ik heb nu een doel gekregen. Kennis opdoen is absoluut heel belangrijk.”

Tientallen culturen
Van dat laatste is ook M. Behshti overtuigd, filiaalhoofd van de bibliotheek in Spoorwijk. Te midden van tientallen culturen -die lezen niet allemaal even hoog in het vaandel hebben staan- voert Behshti het bewind over het filiaal van de Haagse bibliotheken, gevestigd in buurtcentrum De Wissel tegenover de islamitische zaak at-Taqwa.

„De bieb is een verzamelplaats van culturen”, zegt Behshti, die zelf uit Iran komt. „Dat zie je in de mensen die hier komen, maar ook in de boeken die we hebben.”

Behalve boeken, tijdschriften en dagbladen in het Nederlands heeft het Spoorwijkse filiaal ook een collectie in het Arabisch, Turks en het Urdu (een officiële taal in Pakistan en India). Volgens Behshti weten per jaar zo’n 55.000 vooral jonge bezoekers hun weg naar de bibliotheek te vinden. Die komen overigens niet alleen voor boeken: de bibliotheek organiseert veel activiteiten in samenwerking met de vele wijkorganisaties.

„We werken hier veel op basis van projecten. Zo hebben we ooit een multicultureel dictee gedaan voor kinderen. Dat liep zo goed dat nu de hele stad meedoet.” Verder hebben er de nodige projecten gedraaid om ouders te stimuleren hun kinderen te laten lezen, „vooral voor Turkse en Marokkaanse ouders en hun kinderen. Maar daar zijn we nu mee gestopt.”

Jongeren aan het lezen krijgen is lastig, is de ervaring van Behshti, vooral als het jongeren van allochtone afkomst zijn. „Zij krijgen het niet van huis uit mee om een boek te pakken. Begrijp me goed: heel veel allochtonen besteden echt veel tijd aan hun kinderen, maar niet om ze tot lezen te stimuleren. Hier in Spoorwijk is het gemiddelde opleidingsniveau laag, en het inkomen ook. De ouders willen graag dat hun kinderen vooruitgaan, maar ze weten niet hoe ze hun kroost moeten stimuleren. Dat is ook niet zo gek: vaak zijn de ouders analfabeet, of hebben ze erg weinig scholing. Dan kún je ook weinig helpen.”

Gemeentereiniging
Toch probeert de bieb uit alle macht de betrokkenheid van ouders te vergroten, zegt het filiaalhoofd. „Dat doen we ook door activiteiten die niet direct met de bieb te maken hebben, zoals het suikerfeest. Rondom dat feest zetten we bijvoorbeeld een project op, zodat mensen eerder naar de bibliotheek komen.”

Nog zo’n voorbeeld is het bevorderen van vrouwenemancipatie: „Als we allerlei activiteiten voor moeders organiseren, heeft dat meer effect dan wanneer we de vaders proberen te bereiken. Die komen heel weinig.”

Alhoewel Behshti denkt dat cultuurverschillen zeker bepalend zijn voor het leesgedrag, is daarmee wat hem betreft niet alles verklaard. „De belangrijkste oorzaak van het niet-lezen is volgens mij niet de cultuur, maar het opleidingsniveau. In Wassenaar gaat 80 procent van de kinderen naar de havo of hoger, hier in Spoorwijk is dat 3 procent. Dáár heeft het vooral mee te maken. Ik ken een gezin waarvan de vader laagbetaald werk heeft en de moeder werkloos is. Hun zoon van nog geen twintig heeft een kind en is alweer gescheiden. Dat zijn de situaties waarmee we in Spoorwijk te maken hebben.”

Behshti is zelf het levende bewijs van de leescultuur in oosterse landen. „Ik herinner me bepaalde dingen uit mijn jeugd in Iran. Toen ik heel klein was, vertelde mijn moeder me verhalen. Ik kan me sommige daarvan nog steeds herinneren! Lezen, voorlezen en vertellen dienen allemaal hetzelfde doel: het vergroten van je woordenschat en je voorstellingsvermogen.”

Het Nederlandse schoolsysteem ziet het belang van lezen duidelijk in, merkt Behshti. „Ik ben trots op dat systeem. Onze samenwerking met scholen is goud waard. We hebben hier in Spoorwijk een paar basisscholen met in totaal zo’n vijftig groepen. Die komen zeker een paar keer per jaar in klassenverband hier in de bieb. Verschillende kinderen worden op die manier ook individueel lid.”

Hitkrant
Maar ook een lidmaatschap wil niet alles zeggen, sombert Behshti. „Er komen hier regelmatig Marokkaanse meisjes. Sommigen kwamen hier al toen ze nog heel jong waren en zijn blijven komen. Zij lezen hier de Yes, de Hitkrant en de Cosmopolitan. Die bladen passen absoluut niet bij hun hoofddoekje. Eigenlijk stelt dat hoofddoekje in die gevallen niets voor. Maar gelukkig pakken ze ook wel eens een boek.”

Met jongens is het zo mogelijk nog erger, aldus de Spoorwijkse filiaalhouder. „Meisjes zijn fanatieker dan jongens en hebben ook vaak een hogere opleiding. De jongens blijven duidelijk achter. Ze gaan snel van school af en zijn tevreden met laagbetaald werk. Sommigen vallen in de criminaliteit. We hebben geprobeerd ze hier te krijgen, maar het lukt ons niet. Als ze komen, lezen ze Voetbal International en de autobladen. Verder bekijken ze de dames die in de bladen staan. Maar lezen? Dat is echt heel moeilijk.”

Maar is het nu echt zo erg, dat er onder allochtonen minder gelezen wordt? Behshti knikt bedachtzaam. „Als je niet leest, kun je ook je woordenschat niet verrijken. Je komt minder in aanraking met andere culturen. Lezen blijft dan over voor de elite, terwijl de rest nog meer naar tv en internet wordt getrokken, met makkelijk amusement. Dan glijden we wel heel erg af.” Hij zucht haast onhoorbaar. „De concurrentie met het boek is groot, erg groot. We zullen de weg moeten vinden om die concurrentie aan te gaan. Maar die weg laat zich niet makkelijk vinden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer