De zes scheppingsdagen waren dagen
De zes scheppingsdagen waren dagen, dat onderbouwt prof. dr. P. A. Siebesma. Of die dagen langer geduurd hebben dan nu, dat weten wij niet, maar het waren dagen.
Jaren geleden zei mijn hoogleraar Hebreeuws, bij wie ik toen studeerde, eens tegen mij dat het bijbelse scheppingsverhaal op geen enkele wijze te verenigen valt met evolutie. Nu rekende hij zichzelf zeker niet tot de orthodoxe christenen en geloofde hij zelf in de evolutietheorie. Maar hij was van mening dat eenieder die de Bijbel serieus wil nemen wel gedwongen is deze evolutietheorie af te wijzen. Daaraan moest ik denken toen ik de discussie in het RD rond Intelligent Design volgde. Het is niet de eerste poging schepping en evolutie met elkaar te verbinden en het zal ook zeker niet de laatste zijn. Voor christenen die willen vasthouden aan het gezag van de Schrift is dit echter een doodlopende weg.Er is niets nieuws onder de zon. De afgelopen anderhalve eeuw is op verschillende manieren geprobeerd Genesis 1 te harmoniseren met de evolutietheorie. Een van de bekendste is wel de opvatting dat het Hebreeuwse woord voor dag niet een dag van 24 uur zou zijn, maar vertaald dient te worden met tijdperk. Een dergelijk tijdperk zou dan overeenkomen met een geologisch tijdperk van lange duur, waarbinnen de evolutie heeft plaatsgevonden. Immers, als bij God een dag als duizend jaar is, waarom kan een dag dan ook niet miljoenen jaren duren?
Aaneensluiten
Een variant van dit voorstel is de opvatting dat het in Genesis 1 wel om dagen van 24 uur gaat, maar dat deze dagen van de schepping niet aaneensluitend zijn. Ze zijn van elkaar gescheiden door perioden van lange duur. De zes dagen van de schepping zouden dan niet de dagen van de scheppingsarbeid van God zijn geweest, als wel van de scheppingsopenbaring. Mozes zou bijvoorbeeld in een visioen, dat in totaal zes dagen heeft geduurd, hebben gezien hoe God de hemel en de aarde heeft geschapen. Genesis 1 zegt dus niets over de duur van de schepping.
Volgens weer een totaal andere opvatting is Genesis 1 slechts een beschrijving van de scheppingswerken die volgens literaire principes kunstmatig over zes dagen zijn verdeeld. De joden die na de verwoesting van de tempel in Jeruzalem in ballingschap aan de stromen van Babel zaten, werden geconfronteerd met Babylonische scheppingsverhalen. Als reactie daarop zouden de joodse priesters een eigen versie hebben bedacht. De aarde is niet ontstaan uit het lichaam van een dode godheid, zoals de Babyloniërs aannemen, maar is geschapen door de God van Israël. Of dit in de juiste volgorde van de schepping is gebeurd en hoe lang deze ”dagen” duurden, is niet van belang. Het gaat slechts om de boodschap, aldus Nico ter Linden in zijn ”Het verhaal gaat…”.
Hoe aantrekkelijk deze opvattingen ook mogen klinken, ze hebben één groot manco. Wanneer je onbevooroordeeld Genesis 1 leest, kun je niet anders dan concluderen dat God de hemel en de aarde in zes letterlijke dagen heeft geschapen. Er wordt gesproken over dag en nacht en over „en het was avond, en het was morgen…” Het Hebreeuwse woord voor dag (jom), als losstaand woord, is in alle gevallen ”dag” in de gewone betekenis van het woord (zie onder meer Genesis 8:22 en 29:7, als tegenstelling tot ”nacht”).
Draaiing
Hoelang zo’n dag precies heeft geduurd, valt natuurlijk niet meer na te gaan. Wij weten niet of de tijdsduur van de draaiing van de aarde ten tijde van de schepping verschilde van die heden ten dage. Maar daaruit mag niet de conclusie worden getrokken dat de duur van zo’n dag dan wel gelijk moet zijn geweest aan die van een tijdperk. Evenmin kun je uit Genesis 1 opmaken dat het de beschrijving van een visioen is.
Velen zitten met het vraagstuk van schepping en evolutie. Maar voor mij is de keuze niet zo moeilijk, ook al betekent het dat je ingaat tegen een meerderheid van het Nederlandse volk (en helaas ook van een groeiend aantal christenen). Volgens Zijn Woord heeft God de hemel en de aarde in zes dagen geschapen. Hij had dat (bij wijze van spreken) ook in een vingerknip kunnen doen, maar Hij heeft ervoor gekozen het in zes dagen te doen. Dat is een kwestie van geloof: je gelooft het of je gelooft het niet!
De auteur is docent Oude Testament aan de Christelijke Hogeschool Ede en buitengewoon hoogleraar aan de ETF in Leuven/Heverlee voor judaica en Semitische talen.