”Manasse” spoort aan tot bijbelstudie
”Manasse, de God van mijn vader” ligt in drievoud op tafel, daaromheen zitten Klaas Kuyper (24), Marja Pieterse (21) en Marjolein Ouwerkerk (18). Klaas ontwikkelt websites en is deeltijdstudent godsdienst pastoraal werk in Ede, Marja loopt stage bij stichting De Vluchtheuvel in het kader van haar studie Maatschappelijk werk en Marjolein is net begonnen aan een studie Nederlandse taal- en letterkunde in Leiden. Ze ontmoeten elkaar in Utrecht voor het eerst, maar dankzij Lynn Austin komt het gesprek vlot op gang.
Mag dat, een roman schrijven over een bijbelse geschiedenis? Marja : „Ik vind van wel. Als je een kinderbijbel leest, heeft de schrijver toch ook bepaalde dingen ingekleurd?”
Marjolein : „Ik zie wel verschil tussen kinderbijbels en bijbelse romans. Maar ik heb er geen bezwaar tegen, ik leer er veel van. Al moet je uitkijken dat je zo’n roman niet als dé waarheid gaat zien.”
Klaas : „Het is zinvol om op deze manier naar een bijbelverhaal te kijken, daardoor begrijp je het beter. Je kunt je voorstellen hoe Manasse tot afgoderij komt, heel geleidelijk aan. Zijn raadsman, Zerach, houdt hem steeds voor dat zijn gedrag bijbels is: Abraham offerde toch ook zijn zoon?”
Doet die psychologische inkleuring van het verhaal wel recht aan de geschiedenis?
Klaas : „Je moet er voorzichtig mee zijn. Dit is een manier om naar de geschiedenis van Manasse te kijken; niet dé manier, dat moet je je blijven realiseren.”
Marja : „Je beseft dat Manasse een mens was, net als wij. Het lijkt me niet zo vergezocht om te denken dat hij in de schaduw van zijn vader stond, dat hij niet slecht was om slecht te zijn, maar dat hij beïnvloed werd door allerlei mensen.”
Wordt Manasse daardoor sympathieker dan in de Bijbel?
Marja : „Zijn psychologische achtergrond verklaart veel, maar dat is geen excuus voor zijn daden.”
Klaas : „Hij blijft verantwoordelijk.”
Marja : „Het zet je wel aan het denken over jezelf en over je familie. En je vraagt je af: Hoe makkelijk word ik zelf meegenomen door een bepaalde manier van redeneren?”
Marjolein : „Dat vind ik het mooiste van dit boek, dat je allerlei dingen op jezelf gaat toepassen. De personen in het boek twijfelen, ze kunnen God niet zien, ze vragen zich af waarom God sommige dingen laat gebeuren. Dat herken ik wel. Een van de hoofdpersonen, Jozua, voert in gedachten gesprekken met God die ik heel goed vind om te lezen. Ook al krijgt hij niet direct antwoord.”
Marja : „Pas als hij de boekrol van Jesaja leest. Dan zie je dat God juist door middel van de Bijbel spreekt.”
Marjolein : „Daarom vind ik Jozua herkenbaarder dan veel andere personen uit de boeken van Lynn Austin. Ik heb er best veel gelezen, en dan denk ik toch vaak: Al die mensen praten maar met God, en ze krijgen meteen antwoord - dat heb ik zelf nooit.”
Marja : „Maar het kán wel, je hoort die verhalen soms van mensen die vervolgd worden, in Korea bijvoorbeeld…”
Klaas : „Jozua had dat niet. Voor hem was God de grote Afwezige. Dat kun je vaak zelf ook zo ervaren, in moeilijke periodes. Maar God is er wel, ook al voel je dat niet, ook al antwoordt Hij niet zoals jij graag wilt.”
Is die vraag over het Godsbestaan bij Lynn Austin belangrijker dan de vraag naar bekering?
Marjolein : „Soms lijkt het in haar boeken alsof iedereen vanzelfsprekend een kind van God is. Neem de Levieten die in dit boek voorkomen. Maar bij iemand als Jozua merk je dat het toch niet automatisch zo werkt. Hij is godsdienstig opgevoed, maar hij heeft nooit zélf God leren kennen. Dat gebeurt pas als hij Jesaja leest.”
Marja : „Ik vind dat Lynn Austin die ontwikkeling heel duidelijk laat zien. Jozua ontdekt dat hij uit haat tegen Manasse God eigenlijk helemaal niet wil gehoorzamen. En ook later is hij niet ineens helemaal goed, hij blijft een zondig mens. Dat vind ik wel realistisch beschreven.”
En hoe realistisch is de rest van het verhaal?
Klaas : „Door de beschrijving van allerlei details krijg je een wat helderder beeld van die tijd. Elke ochtend klonk de sjofar, dan ging iedereen naar de tempel…”
Marja : „Wát een andere wereld, dacht ik. Het ging echt veel meer leven voor me.”
Is zo’n kinderoffer niet te gruwelijk om te beschrijven?
Marjolein : „Dat stoort mij helemaal niet! Dat is juist nodig om je te laten beseffen hoe erg het was.”
Klaas : „In de Bijbel lees je daar gauw overheen, nu word je er meer bij stilgezet.”
En al die romantische verwikkelingen?
Klaas : „Mij interesseert dat wat minder, maar het trekt waarschijnlijk veel lezers. Mag je dat gebruiken in een bijbelse roman? Ik denk van wel.”
Marja : „Het stoorde me, leidde me af van de persoonlijke strijd van Jozua. Ik dacht: dit kan ik in elke goedkope roman lezen. Voor mij hoeft zoiets er helemaal niet in, de relaties in het gezin zijn al voldoende voor een stukje menselijkheid in het verhaal.”
Marjolein : „Ik heb het idee dat Lynn Austin die romantische verhaallijn wat afraffelt, daar had ze meer aandacht aan moeten besteden. Al vind ik dat ze heel goed schrijft, zo’n boek lees ik achter elkaar uit, ik kan niet stoppen. Maar als je veel van haar bijbelse romans leest, zijn ze echt allemaal hetzelfde.”
Klaas : „Het verhaal zit soms te makkelijk in elkaar, ja.”
Hoe zinvol was het om dit boek te lezen?
Marjolein : „Voor mij zit de waarde van het verhaal niet in Lynn Austins visie op Manasse. Het gaat mij om de manier waarop ze het geloofsleven van de hoofdpersoon beschrijft, zijn gesprekken met God, zijn vragen, zijn twijfels. Dat spreekt me erg aan.”
Marja : „Ik lees het als ontspanning, maar ook om ervan te leren. Het goede van dit boek is dat je de Bijbel erbij moet pakken. Jesaja zou ik anders niet zomaar lezen, terwijl dat toch de moeite waard is. Al die waarschuwingen en beloftes van God, leg ik die niet te vaak naast me neer?”
Klaas : „Zo’n boek nodigt uit tot onderzoek. Hoe zit het precies, hoe staat het in de Bijbel?”