Er ligt een voorstel vanuit Brussel op tafel om de internationale treintrajecten te liberaliseren en daarmee de concurrentie en in het verlengde daarvan de kwaliteit van de dienstverlening te bevorderen. Het plan werd door de meeste bewindspersonen positief ontvangen. Nederland, België en Luxemburg behoren tot een minderheid van lidstaten die er weinig voor voelen.De regering in Den Haag heeft de hsl al in concessie tot 2022 uitgegeven aan de HSA, een bedrijf van NS en KLM. De beoogde Europese aanpak laat geen ruimte om reeds afgesloten contracten uit te dienen. Dat zou betekenen dat vanaf 2010 andere ondernemingen eveneens van de rails gebruik mogen maken. Nederland zet zich in de discussie met de EU-partners ervoor in dat bestaande afspraken intact blijven. „Het wordt lastig, maar het is niet hopeloos. We hebben het eerlijk gespeeld en de Europese Commissie is niet onredelijk”, aldus een diplomaat.

De liberalisering omvat ook de overige grensoverschrijdende spoorlijnen voor passagiers. Het gaat dan om lange afstanden, zoals Amsterdam-Milaan. Nederland wil die liever samen met de binnenlandse routes kunnen toekennen aan één bedrijf. Als meerdere maatschappijen door elkaar heen rijden op hetzelfde net, leidt dat mogelijk tot vertragingen. Vooral Duitsland en Engeland zien echter grote voordelen.

Waarschijnlijk nemen de ministers in december een besluit. Dat moet vervolgens de goedkeuring krijgen van het Europees Parlement. Dat vroeg vorige week al om juist veel verder te gaan met het openen van de markten. Zo bepleit het ook vrijmaking van de binnenlandse lijnen.