Dat zei donderdag de Nederlandse hulpverlener Antonio Coolen van Mensen in Nood/Cordaid vanuit Guatemala-stad. Hij noemde de situatie in het land erg kritiek.De regering in het Midden-Amerikaanse land heeft volgens Coolen voor een periode van dertig dagen de noodtoestand uitgeroepen. „Dat geeft de overheid de vrije hand om werk te maken van de hulpverlening en evacuatie". Tot dusver zijn 95 opvangplaatsen ingericht waar slachtoffers voorlopig onderdak krijgen.

De naar schatting 40.000 getroffenen in met name de laaggelegen kustgebieden hebben volgens Coolen vooral behoefte aan schoon drinkwater en voedsel. De regering heeft volgens de Nederlander geen problemen om die hulpgoederen bijeen te krijgen. De solidariteit onder de Guatemalteekse bevolking is groot. De distributie van de noodhulp is echter wel een probleem.

„Vandaag is de eerste dag dat het in ieder geval in Guatemala-stad niet regent", aldus Coolen. „De afgelopen dagen konden vanwege het slechte weer geen helikopters vliegen om mensen te evacueren". Bovendien beschikt de overheid volgens Coolen over onvoldoende capaciteit om de vele verwoeste wegen te herstellen.

De coördinatie van de hulpverlening is in handen van overheidsorgaan Conred, een moderne organisatie die beschikt over de nieuwste technologie. „Maar nu blijkt dat de stap van theorie naar praktijk groot is", aldus Coolen. Door de schade aan de infrastructuur verloopt de communicatie met het rampgebied moeizaam. Sommige regio’s zijn nog helemaal niet bereikt.

Het dodental is volgens de Nederlandse hulpverlener inmiddels opgelopen tot boven de honderd. Ongeveer 7000 huizen zijn verwoest. De grootste klap moet volgens Coolen echter nog komen. „Van de oogsten is weinig over. Veel mensen die het toch al niet breed hadden, hebben nu helemaal niets meer".

Na milieuorganisatie Greenpeace zet ook Coolen vraagtekens bij de ontbossing van veel berghellingen in Guatemala ten behoeve van de landbouw. Die leidt bij hevige regenval tot aardverschuivingen en modderstromen. Ook de bouw van woningen aan laaggelegen rivierbeddingen heeft volgens de Nederlander bijgedragen aan de omvang van de ramp.

Volgens Coolen doet de Guatemalteekse regering te weinig aan preventie. „Je kunt niet voorspellen wanneer zo’n natuurramp zich voordoet. Maar je kunt door de manier waarop je leeft en werkt er wel voor zorgen dat als het gebeurt, de schade beperkt blijft. Daarvoor is hier nog te weinig aandacht" aldus Coolen.