Cultuur & boeken

Dramatische winterochtend tijdens de Grote Oorlog

Titel: ”Donderkop”
Auteur: Sylvia Vanden Heede; met ill. van Jan De Maesschalk
Uitgeverij: Lannoo Tielt, 2005
ISBN 90 209 5575 6
Pagina’s: 96
Prijs: € 11,50.

Hennie Walgemoed
5 October 2005 14:13Gewijzigd op 14 November 2020 03:01

Het is geen vrolijk uitziend boek, ”Donderkop” van Sylvia Vanden Heede. Een dreigende onweerswolk op de omslag, en zwarte soldatenfiguurtjes. Heel anders dan haar Vos-en-Haasboeken. ”Donderkop” is ook niet het derde deel, na ”Sporen” en ”Takkelingen”, van de trilogie over Sandrien die Sylvia Vanden Heede voor tieners wil schrijven. De leeftijdsgroep waarvoor dit verhaal bedoeld is, blijft onduidelijk. Dat gebeurt vaak bij moderne jeugdboeken, maar hier is de leeftijd van de hoofdpersonen -ergens tussen de tien en de vijftien- niet die van de beoogde lezer, gezien de ingrijpende gebeurtenissen die zij meemaken.

In de Vlaamse Westhoek heeft de Eerste Wereldoorlog het leven onherstelbaar veranderd. Zoës moeder drijft het plaatselijke café, haar vader en drie broertjes zijn gestorven aan de Spaanse griep. Zoë hoort ’s avonds griezelend de verhalen aan van haar oudere broer Jules over soldaten die gesneuveld zijn en „allemaal hier in de grond zitten”, zoals Jules het plastisch uitdrukt.

In het kleine dorp circuleren allerlei verhalen: over een schat in de grond, over de verdwenen soldaat, over Vivie die een heks zou zijn en over haar zoon Louis, de Donderkop uit de titel. Eigenlijk is zijn bijnaam Donkerkop, omdat hij donkerder van uiterlijk is dan de dorpsbewoners, maar voor Zoë blijft hij Donderkop, ook als ze weet dat ze het verkeerd heeft verstaan.

Louis/Donkerkop/Donderkop neemt Zoë, Jules en zijn vriend Willy mee naar een ondergrondse schuilplaats vol achtergelaten militair materieel dat hij heeft ontdekt. Voor zijn vondst denkt hij veel geld te kunnen krijgen; dan kan hij met zijn moeder naar Amerika.

Drama
In cursieve stukjes voor elk hoofdstuk wordt steeds vooruitgewezen naar het drama dat staat te gebeuren: bij de onderneming wordt Louis, die een metalen Duitse pinhelm draagt, getroffen door de bliksem. Hij overleeft het ternauwernood en wordt blind. Zoë, de ikfiguur in het verhaal, herinnert zich als oude vrouw nog als de dag van gisteren alles wat die winterochtend gebeurde.

Niet geschikt voor al te jonge lezers, maar wel een aangrijpend verhaal over de nadagen van de Grote Oorlog, zoals de Eerste Wereldoorlog in België en Frankrijk heet. Een detail: hoeveel meisjes zouden rond 1920 de nu modieuze naam Zoë hebben gekregen?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer