De betovering van Loreley
Ze zit niet meer op haar stek, ruim honderd meter boven de Rijn. De zingende jonkvrouw Loreley die haar gouden haren kamt. Gelukkig voor de schippers, want vaarlui van weleer hadden slechts oog voor de knappe verschijning, lieten hun schip op de klippen lopen en verdronken jammerlijk. Tweehonderd jaar Duitse Rijnromantiek: schilders en schrijvers ontdekten twee eeuwen geleden de Rijn. Nog steeds kronkelt deze rivier zich langs wijnbergen, burchtruïnes, eeuwenoude stadjes en langs de Loreley-rots.
Lora, Lurley, Laureleigh: de mythe kent veel gezichten. Van een vrouw die zich vanwege een ongelukkige liefde van een rots stort, verandert Loreley in een gewiekste verschijning die met haar magische gezang Rijnschippers betovert en naar de ondergang voert. De dichter Heinrich Heine gaf dit verhaal in 1823 handen en voeten in zijn gedicht ”Ich weiss nicht, was soll es bedeuten”.
Eeuwen eerder spraken de Loreley-rotsen ook al tot de verbeelding. De Rijn bij het huidige stadje St. Goarshausen is zo’n 130 meter smal, kronkelt flink, kent een sterke stroming en zit vol gevaarlijke klippen en draaikolken. Handschriften uit de elfde eeuw reppen van voorbijvarende schippers die hun vragen naar de oprijzende bergen roepen. In de echo’s meenden ze een antwoord van de dwergen te horen.
Het is gelukkig niet allemaal kommer en kwel in deze Rijnstreek. Eeuwenlang was St. Goarshausen een prima visstek. Er kwamen zulke grote hoeveelheden zalm boven water dat zelfs knechten en dienstmeisjes zich drie keer per week deze delicatesse konden veroorloven. Totdat het doek viel: het ”Wiesbadener Tagblatt” van 7 april 1915 meldde dat de „van oudsher beroemde zalmvangst bij St. Goarshausen” verleden tijd is vanwege de „verschrikkelijke verontreiniging van Rijn en Main.” Het streven is de vervuiling de komende jaren verder terug te dringen, zodat de vis op z’n oude stek terugkeert.
St. Goarshausen koestert Loreley. Vanaf het Loreley-plateau, 132 meter boven de Rijn, geniet je van het uitzicht over de rivier, waarop schepen stroomopwaarts kruipen. Het nabijgelegen Bezoekerscentrum Loreley vertelt het verhaal van de bevallige dame. Maar interessanter dan de Loreley-kitsch is de informatie over de scheepvaart op de Rijn en de flora en fauna rond de rivier.
Roofridders
Wie vandaag de dag de Rijn tussen Bingen en Bonn verkent, begrijpt iets van de negentiende-eeuwse romantici. En vergeeft hen de gekleurde bril die ze opzetten, waardoor ze de omgeving wel eens te mooi voorstelden. Het samenspel van mens en natuur fascineerde schilders en schrijvers van weleer. De tientallen burchten en burchtruïnes, de witgepleisterde huizen en kerken in de vele dorpjes, de afwisseling van bos en wijngaarden op de steil oprijzende bergen én de altijd aanwezige, bochtige rivier: ze bezorgen de streek nog steeds iets geheimzinnigs. Je bent niet snel uitgekeken en ontkomt er haast niet aan om weg te dromen. Om gehoor te geven aan de echo’s uit het verleden.
Bingen is de poort van de romantische Rijn tussen Bingen en Bonn. Vanuit de haven van deze Rijnstad zakten schippers in oude tijden stroomafwaarts met een lading koren, hout of stenen en keerden terug met zout, zeevis en groenten. Een prettig reisje was dat niet. De vele roofridders aasden op de goederen van de varensgasten en lieten hen flink betalen om te kunnen passeren. De Mäuseturm en de ruïne van de burcht Ehrenfels bij Bingen zijn daarvan de stille getuigen.
Vanaf 1215 maakten de gebroeders Von Bolanden hier de streek onveilig. De Muizentoren, gelegen op een eilandje midden in de rivier, is hun wachttoren. Het verhaal gaat dat bisschop Hatto II in deze toren door duizenden muizen is opgegeten, uit wraak voor het verbranden van hongerlijdende onderdanen. In werkelijkheid is het woord ”Maus” een verbastering van het begrip ”Maur” (tol).
Anekdotes te over in het Rijndal. Toen het volk er lucht van kreeg dat de bewoners van de burchten Katz en Deuernburg in de omgeving van St. Goarshausen het slecht met elkaar konden vinden, noemde het de laatste vesting voortaan Maus…
Non
Als achttiende-eeuwse romantici de Middenrijn ontdekken, is weinig van de stoere vestingen tussen Bingen en Bonn over. De Fransen hebben honderd jaar eerder de meeste burchten geruïneerd. Het deert de romantici niet. Vol overgave leggen ze het landschap vast op tientallen gravures en aquarellen. Het Historischen Museum am Strom in Bingen etaleert dat de Mäuseturm en de ruïne Ehrenfels daarbij favoriet zijn. Reisgidsen uit 1850 proberen welgestelden naar de streek te lokken, om te proeven waarom Schlegel in 1802 een Rijnreis ondernam. Diens beroemde woorden -„Voor mij zijn alleen die streken boeiend, die men gewoonlijk ruw en wild noemt”- luidden namelijk de Rijnromantiek in.
Bingen heeft meer pijlen op zijn boog: het prachtig bewaard gebleven chirurgisch bestek van een Romeinse arts -inclusief schedelboor!- én Hildegard von Bingen (1098-1179). Het museum langs de Rijn schetst een goed beeld van deze veelzijdige non. Van haar muzikale gaven, van haar kennis van geneeskrachtige planten, van de theologische werken die ze naliet, maar ook van haar twijfels over de visioenen die ze heeft. Van het klooster dat de Benedictijnse non op de bij Bingen gelegen Rupertsberg stichtte, is nauwelijks iets over. De resten sneuvelden bij de aanleg van een spoorlijn.
De Rijnstad is trots dat de crypte onder de fraaie St. Martinsbasilika en het kapelletje in de Drususbrug -beiden uit Hildegards tijd- wél behouden bleven. Van later datum is het Hildegardisaltaar in de Rochuskapel die hoog boven Bingen uittorent, waarop episoden uit Hildegards leven zijn uitgebeeld. In het nabijgelegen ”Hildegard Forum” is een kruidentuin ingericht naar historisch voorbeeld met de kruiden waarvoor Hildegard een lans brak. De beheerders van het forum zijn strikt: Hildegard zou het nooit goedgevonden hebben wanneer ze in het restaurant cola serveerden. Wel kan de jeugd er appel- of sinaasappelsap krijgen.
Geheimen
Tussen Bingen en Koblenz liggen 28 burchten en ruïnes. De meeste zijn in de loop van de jaren weer opgekalefaterd en te bezoeken. In sommige is een hotel gevestigd, terwijl op de burcht Maus dagelijks een show met adelaars en valken wordt gegeven. Een topper is de Marksburg, gelegen boven het stadje Braubach, de enige vesting aan de Rijn die nooit verwoest is. Tijdens een rondleiding door de hooggelegen burcht wijdt een gids je in in de geheimen van het kasteelleven en slaat hij je om de oren met gezegden die daarvan zijn afgeleid.
Recreëren in deze romantische Rijnstreek hoeft zich niet tot een stadswandeling, een bezoek aan een burcht of tot een rondvaart te beperken. Wandel- en soms fietsroutes voeren langs de Rijn, door wijnbergen en het achterland. Informatieborden langs ”Weinlehrpfaden” bij Bingen en St. Goarshausen praten je bij over de wijnbouw die door de Romeinen in deze streken werd geïntroduceerd.
”Siegfried’s Mechanisches Musikkabinet” in Rüdesheim herbergt een fraaie collectie mechanische muziekinstrumenten. De Konzert-Piano-Orchestrion en het grote draaiorgel roeren zich luidruchtig, in tegenstelling tot het vogeltje op een zilveren doosje. Bij een symfonion zingt de gids het lied van de Loreley. Jammer dat je hier niet op eigen houtje mag rondstruinen om de instrumenten te bekijken die niet tijdens de rondleiding aan bod zijn gekomen.
Slachtoffers
Rüdesheim, gelegen tegenover Bingen, blijkt een pleisterplaats voor busreizen en vaarvakanties. In de bekende Drosselgasse liggen wijnrestaurants en souvenirwinkels dicht op elkaar gepakt. Indrukwekkend is het gedenkboek in de St. Jakobus, dat opengeslagen ligt bij de maand mei. De waanzin van de oorlog dringt zich op bij het zien van de vele namen van slachtoffers van de wereldoorlogen.
In Braubach -gelegen aan de voet van de Marksburg- lukt het beter de sfeer van een Rijnstadje te ondergaan. Massa’s toeristen ontbreken hier, waardoor het heerlijk dwalen is door de smalle straten van de oude binnenstad. Vakwerkhuizen, resten van de stadsmuur, stadstorens en de rozentuin langs de rivier brengen hier de Rijnromantiek tot leven.
Voor informatie: Duits Verkeersbureau, tel. 020-6978066 of www.duitsverkeersbureau.nl.