Het interieur van het pand van Cardoen in Roosendaal oogt sober. Geen fratsen, geen overbodige tierelantijnen. Van een showroom is eigenlijk nauwelijks sprake. Dat is ook niet nodig, zegt ondernemer Toin van de Mosselaar. „Allemaal voordeel voor de klant.” Samen met twee andere investeerders introduceert hij het concept van Cardoen via een franchiseformule in Nederland.Autosupermarkt Cardoen zegt nieuwe auto’s 10 tot 35 procent goedkoper aan te bieden dan de reguliere merkdealer. Van de Mosselaar: „Dat kan door op alles te besparen. Dus geen dure brochures of fancy showroom. Zelfs de thermostaat staat hier een tikkeltje lager.” Daarnaast koopt de onderneming overjarige en overtollige voorraden op bij fabrikanten en importeurs door heel Europa. „Dan is prijs geen hoofditem.”

Verspreid over alle vestigingen (negen in België, een in Nederland) heeft Cardoen continu zo’n 1000 auto’s in de verkoop. Jaarlijks brengt de Belgische keten zo’n 12.000 bolides aan de man. Het merendeel van die auto’s is fonkelnieuw. Daarnaast biedt de autosupermarkt ook jonge gebruikte wagens aan; hoogstens drie jaar oud, maximaal 30.000 kilometer op de teller. Gemiddeld staan in een vestiging van Cardoen auto’s van zo’n twintig uiteenlopende merken in alle prijsklassen onder één dak. Nadeel is wel dat de klant geen specifieke uitrusting kan kiezen. Er wordt niet op bestelling geleverd.

Over garantie hoeven consumenten niet in te zitten, verzekert Van de Mosselaar. „Cardoen geeft twee jaar volledige garantie op nieuwe auto’s en een jaar op gebruikte.” Dat betekent niet dat een klant uit Groningen voor een lekkende airco naar Roosendaal af moet reizen. „Die garantie loopt via Bosch Car Service. Driehonderd garagehouders in Nederland zijn hierbij aangesloten. Wij verkopen alleen maar.”

Volgens de Cardoen-directeur stonden Nederlandse ondernemers te dringen om zich bij zijn formule aan te sluiten. „De afgelopen weken ben ik door zo’n veertig gegadigden gebeld.” Uiteindelijk verkoos Cardoen Van de Mosselaar tot uitbater van zijn eerste autosupermarkt in Nederland. De in België woonachtige Nederlander was tot voor kort eigenaar van acht supermarkten in Brabant. Die ervaring zal waarschijnlijk de doorslag hebben gegeven, want ook al staan er zo’n honderd auto’s in en om de Roosendaalse showroom en zet Van de Mosselaar morgen zijn eerste schreden als autoverkoper, van de glimmende bolides heeft de franchisenemer klaarblijkelijk weinig kaas gegeten. „Hoe moet ik nou weten wat een Twingo is”, zegt hij tegen een fotograaf die hem vraagt naast een Renault Twingo plaats te nemen.

De plannen van Karel Cardoen liegen er niet om. „We komen hier om marktleider te worden in de vrije autodistributie in de Benelux”, verklaart hij strijdlustig aan de massaal opgedraafde pers. Een nieuwe Europese verordening, die vanaf morgen van kracht is, werpt volgens de directeur vast en zeker vruchten af. „De klassieke dealers worden minder beschermd. We kunnen steeds eenvoudiger in alle Europese landen aan de slag.”

De Europese Commissie wil dat de Europese automarkt in 2010 volledig is geliberaliseerd, om zo de keuzevrijheid voor consumenten te vergroten. Toch bood de wetgeving Cardoen al vanaf 2002 de mogelijkheid om auto’s in heel Europa via autosupermarkten te slijten, maar de Belg had toen blijkbaar nog geen expansieplannen. „We waren er nog niet rijp voor. Nu de laatste beschermingsconstructies voor autodealers wegvallen, moeten we er snel bij zijn. We geven zo aan potentiële concurrenten een signaal af dat ze maar beter iets buiten de Benelux kunnen starten.”

Als de Nederlandse autosuper aanslaat, zal Cardoen op termijn ook in andere Nederlandse provincies een filiaal openen. De verwachtingen omtrent de vestiging in Roosendaal zijn in elk geval hooggespannen. Cardoen: „Nederlanders informeerden al regelmatig in Belgische filialen naar de mogelijkheid om daar een auto te kopen. Maar dat raad ik altijd af. Je weet als particulier niet wat je dan allemaal op je hals haalt, wanneer je een Belgische auto in Nederland invoert.”

Ook de Nederlandse mentaliteit sluit volgens de directeur prima aan op zijn concept. „Nederland is voor ons aantrekkelijker dan bijvoorbeeld Frankrijk of Duitsland. Hollanders staan bekend als zuinige jongens. Hier heerst de no-nonsensementaliteit die wij ook kennen. Wij draaien een euro het liefst ook drie keer om.”