Angst mag EU niet verlammen
Angst mag Europa niet verlammen, dat zei minister dr. B. Bot dinsdag tijdens een lezing, ter gelegenheid van de viering van 60 jaar Nederlands Genootschap Internationale Zaken. Een door de redactie gemaakte samenvatting van het deel van de lezing dat over Europa ging.
Europa is voor Nederland organisme en omgeving tegelijk. Van de Europese Unie is men niet gewoon lid - daar is men mee vervlochten. De externe invloed van Nederland en die van de Europese Unie zijn niet los van elkaar te zien. Daarom is het zorgwekkend dat het imago van de Europese Unie buiten de Europese grenzen te lijden heeft.De vraag die ik mij als minister van Buitenlandse Zaken stel is derhalve onvermijdelijk een tweeledige: hoe zorgen wij ervoor dat Nederland binnen de Europese Unie zo sterk mogelijk opereert - zich binnen de Unie niet de kaas van het brood laat eten? En hoe kunnen wij tegelijkertijd blijven bijdragen aan verdere verdieping van de Europese samenwerking en versterking van de externe slagkracht van de Europese Unie als geheel?
Als wij Nederlanders het eens zijn over de noodzaak van een krachtige Europese stem te midden van de mondiale turbulentie, dan mag het op het eerste gezicht verrassend heten dat een meerderheid van de Nederlandse bevolking zich in het referendum van 1 juni in meerderheid tegen het Europees grondwettelijk verdrag uitsprak. Dat verdrag zou de Unie immers meer externe slagkracht hebben gegeven. De uitslag liet aan duidelijkheid echter niets te wensen over.
Gelukkig heeft de Europese Raad een periode van bezinning en debat ingelast. Ook in Nederland is het van belang dat wij gezamenlijk discussiëren over wat wij willen met Europa. Laat ik een aantal van de Nederlandse zorgpunten behandelen.
Opslokken
Allereerst de vrees te worden opgeslokt door een anonieme Europese bureaucratie. De mensen voelen zich niet betrokken. Besluiten uit Brussel dalen over je neer. Behalve enkele insiders begrijpt niemand waar ze vandaan komen of wat de noodzaak is. Alsof de Europese burgers verplicht deelnemen aan een reis waarvan prijs noch eindbestemming bekend is.
Nationaal doen wat nationaal kan, Europees wat Europees moet - dat is het Nederlandse motto. Dus alsjeblieft geen Europese standaardafmetingen voor koffieverpakkingen.
Een andere doorn in het Nederlandse oog betreft de hoogte van de Nederlandse afdrachten aan de EU. Onze afdrachten aan de Unie zijn inderdaad hoog. De regering zal zich in blijven zetten voor een eerlijker verdeling van de financiële lasten in Europa. Maar laten wij ondertussen niet vergeten dat juist ons open handelsland, met Rotterdam als belangrijkste haven van Europa, veel geld verdient dankzij het bestaan van de Europese interne markt. Die bedragen komen niet zichtbaar in het saldo van lasten en baten terug, maar zijn zeer belangrijk voor onze economie.
Ook de uitbreiding van de Europese Unie bleek de afgelopen maanden een bron van onrust. Vanuit historisch perspectief is de vorige uitbreidingsronde, die voormalige Warschaupact-leden tot EU-lidstaten maakte, een groot succes. En zo snel als het allemaal lijkt te gaan, ging het in werkelijkheid niet. De toetreding van tien nieuwe leden op 1 mei 2004 vond plaats vijftien jaar na de val van de Muur. Al die tijd is gestaag aan de toetreding van deze landen gewerkt.
Pacta sunt servanda. Afspraken die zijn gemaakt blijven geldig. Om de steun van de burger voor de Europese eenwording en de uitbreiding te behouden, is marchanderen met die afspraken uitgesloten. Lid worden van de Europese Unie kan alleen als er aan de toetredingscriteria is voldaan. Dat geldt voor Roemenië en dat geldt voor Bulgarije.
Deze principiële benadering is ook van toepassing op Turkije. Op 3 oktober zullen de onderhandelingen beginnen. Ik hoop dat het debat over Turkije in Nederland en elders in Europa zakelijk zal worden gevoerd. Dat wij vasthoudend zullen zijn ten aanzien van de inhoud en de criteria, maar respectvol en constructief in de dialoog. En van de Turken vragen wij hetzelfde.
Jongleur
Jean Monnet heeft eens gezegd dat er twee soorten dynamiek bestaan: die van de angst en die van de hoop. Nadat de dynamiek van de hoop ons land en Europa decennialang als een trouwe metgezel begeleidde, lijkt nu de dynamiek van de angst ons in de greep te houden. Aan die greep moet Europa zich ontworstelen. Want angst kan voor verlamming zorgen.
Wij zijn voortdurend op zoek naar de optimale inzet van onze buitenlandspolitieke instrumenten, in relatie tot het gewicht van Nederland enerzijds en het externe krachtenveld anderzijds. En zelfs de beste jongleur zal daarbij af en toe een balletje laten vallen.
Daarbij is Europa voor mij een constante, geen variabele. Het is tegelijk organisme en omgeving, doel en middel, belang en ideaal. En daarom verdient de Europese samenwerking een blijvende Nederlandse inzet, gebaseerd op het geloof in eigen kunnen en de bereidheid te investeren in het algemeen Europees belang. Laten wij de EU over haar midlifecrisis heen helpen.
voetnoot (u17(De auteur is minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden.