Het belangrijkste rentetarief van de ECB, de herfinancieringsrente, staat al zeven maanden op 3,25 procent. Een rentewijziging was niet verwacht gezien de sterke daling van de dollar ten opzichte van de euro. De kans op het importeren van inflatie is daardoor kleiner geworden.

Bovendien schommelt de inflatie in de eurozone rond de 2 procent, de doelstelling van de ECB. In mei bleek de gemiddelde prijsstijging volgens Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek, te zijn afgenomen van 2,4 procent in april tot 2 procent.

ECB-president W. Duisenberg uitte op een persconferentie echter wel zijn zorgen over de inflatie. De vooruitzichten zijn „minder gunstig dan een paar maanden geleden”, aldus de bankpresident. Hij is vooral bezorgd over de hogere olieprijzen, maar de ECB kijkt ook met argusogen naar de loonontwikkelingen in de eurozone.

Duisenberg liet er geen twijfel over bestaan dat de rente omhooggaat zodra de bedreigingen voor de prijsstabiliteit worden onderbouwd met macro-economische gegevens. Hij benadrukte echter dat het huidige renteniveau nu nog de prijsstabiliteit op de middellange termijn garandeert.

Eerder op de dag besloot de Bank of England al haar rentetarieven te handhaven. Het belangrijkste tarief van de Britse centrale bank, de reporente, bedraagt 4 procent.

De ECB vergaderde donderdag voor het eerst met de Griek Lukas Papademos als vice-president. Hij volgde per 1 juni de Fransman Christian Noyer op. Daardoor levert Frankrijk voor het eerst sinds de oprichting van de ECB geen directeur. Wel wordt verwacht dat de huidige Franse centralebankpresident, Jean-Claude Trichet, volgend jaar juli Duisenberg opvolgt als president van het dagelijks bestuur van de ECB. Trichet werd onlangs vrijgepleit van betrokkenheid bij een bankschandaal.