Het EU–panel dat de aanvragen bekijkt, laat de oren te veel hangen naar de industrie, stelde Greenpreace donderdag. Tot dusver zijn alle opinies over nieuwe genetisch aangepaste producten positief. Het zijn vijftien á twintig producten, meldde de milieuorganisatie.Volgens Greenpeace deden sommige leden van het panel voorheen opdrachten voor de industrie. Het gaat daarbij ook om de Nederlander Harry Kuiper, voorzitter van het panel. „Kuiper was onder meer voorzitter van een project met als doel de marktintroductie van genproducten in Europa te faciliteren en de Europese industrie een gunstige concurrentiepositie te bezorgen", zegt Greenpeace–medewerker Geert Ritsema.

Verwerpelijk is volgens de organisatie dat het panel geheel vertrouwt op testen die de industrie aanlevert. Het panel doet zelf geen eigen proeven. „Zelfs in de meest controversiële gevallen, analyseert het panel alleen de resultaten die bedrijven als Monsanto en Syngenta aanleveren".

Volgens Greenpeace gaat het panel soms akkoord met aanvragen, terwijl het zelf erkent dat essentiële gegevens ontbreken. Dat bleek bij aangepaste maïs van bedrijf Pioneer. „Het panel vindt de langetermijneffecten op het milieu relevant, maar ondernam geen stappen om deze effecten verder te bestuderen of zelfs maar achteraf te monitoren".

Het EU–panel, onderdeel van het EU–agentschap voor veilig voedsel EFSA in Parma, wijst de bezwaren van de hand. „Onze wetenschappers werken onafhankelijk. We hebben het volste vertrouwen in hen. We weten dat ze steeds partij kiezen voor de wetenschap", reageert een woordvoerder. Ieder panellid heeft een openbare verklaring ondertekend met eventuele belangen en andere opdrachtgevers.

Het panel erkent dat het zelf geen proeven doet. „Het is de industrie die om toelating vraagt van nieuwe types gewassen. Dan moeten zij het onderzoek laten doen en betalen. Zo heeft Brussel het systeem opgezet", zegt de woordvoerder. „Maar we kijken dan wel naar alle studies die voorhanden zijn, dus ook andere dan van het bedrijf".