Volop ruimte voor kritiek in EU-debat
DEN HAAG - De brede maatschappelijke discussie die kabinet en Kamer het volk beloofden na het referendum over de Europese grondwet, gaat in november van start. Burgers krijgen dan volop de gelegenheid hun kritiek op Europa te spuien.plattekst (u15,1,0(Het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer heeft maandag bekendgemaakt dat de zogeheten Nationale Europa Discussie zal worden geleid door een speciale stuurgroep onder leiding van de tweede ondervoorzitter van de Kamer, PvdA-kamerlid Hamer. Namens de regering zit staatssecretaris Nicolaï van Europese Zaken in de stuurgroep van voornamelijk ambtenaren. De stuurgroep gaat de discussie opzetten en is verantwoordelijk voor de uiteindelijke rapportage aan Kamer en kabinet.
Nicolaï heeft alle vertrouwen in het nut van de komende exercitie, die tot mei volgend jaar zal duren. De kunst van de Europa-discussie is vooral goed te luisteren naar de burger en te ontrafelen wat de burger precies beweegt als hij ergens voor of tegen is, verklaarde de bewindsman in een toelichting.
De grondwet zelf „is nadrukkelijk geen voorwerp van discussie”, schrijft kamervoorzitter Weisglas aan de Kamer. „Hierover ging immers het referendum en de uitslag daarvan wordt door de Tweede Kamer en het kabinet gerespecteerd.”
Staatssecretaris Nicolaï wil voorkomen dat de discussie uitmondt in een verkapt referendum of de Europese grondwet weer tot leven kan worden gebracht. „Wat mij betreft is het verdrag dood. Het moet geen zwart-wit- of ja-neediscussie worden. Maar er moet wel ruimte zijn voor negatieve geluiden. Die ruimte hebben wij de bevolking dertig jaar lang onthouden.”
Het Europa-debat zal een gestructureerd verloop hebben, aldus Weisglas. Allereerst worden burgers, maatschappelijke organisaties en belangengroepen in staat gesteld hun mening te geven over Nederland in de EU. De aangebrachte onderwerpen en standpunten worden vervolgens verder uitgediept, waarna alle deelnemers -burgers, organisaties en politici- erover met elkaar in debat kunnen gaan. Het kabinet neemt de resultaten mee naar de EU-top halverwege volgend jaar.