Senaat steunt nieuwe opzet hoger onderwijs
De Eerste Kamer gaat unaniem akkoord met de invoering van de bachelor/masterstructuur in het hoger onderwijs. De Senaat wil waarschijnlijk wel differentiatie in collegegelden voor topmasteropleidingen.
Door de nieuwe structuur leiden universiteiten en hogescholen hun studenten na 2003 in drie of vier jaar op tot bachelor. Daarna volgt de masterfase van een jaar. Op universiteiten is deze tweede fase regel, op hogescholen uitzondering. Deze wijziging naar Angelsaksisch model, waaraan de meeste Europese landen meewerken, kan de goedkeuring van alle fracties in de Eerste Kamer wegdragen, zo bleek dinsdag.
Een onderdeel van het plan is ook de realisering van topmasteropleidingen, waaraan alleen zeer getalenteerde studenten deel mogen nemen. Minister Hermans van Onderwijs wilde graag de mogelijkheid om voor deze opleidingen maximaal 7000 euro collegegeld te vragen. Alle fracties in de Tweede Kamer, uitgezonderd de VVD, waren er tegen. Daarop legde Hermans zich bij de wens van de Tweede Kamer neer.
De ChristenUnie-fractievoorzitter in de Eerste Kamer, Schuurman, diende dinsdag een motie in om differentiatie in collegegelden op termijn toch mogelijk te maken. De Senaat zal er volgende week over stemmen. Differentiatie is volgens Schuurman nodig omdat er anders onvoldoende geld is om bepaalde internationale topmasteropleidingen van de grond te tillen. Als voorbeeld noemde hij vanmorgen een topmasteropleiding christelijke filosofie aan de Vrije Universiteit.
Hermans is ook nog steeds voor differentiatie. Hij wees er dinsdag op dat de meest getalenteerde studenten nu uitwijken naar de Verenigde Staten en Australië. „Dat is een brain-drain.” De bewindsman heeft een commissie ingesteld voor de inhoudelijke invulling van topmasteropleidingen. Die moet zich onder meer buigen over de mogelijkheid om hogere collegegelden te vragen.
De Tweede Kamer verzet zich tegen verschil in collegegelden omdat daardoor studenten die van huis uit niet veel geld meekrijgen op achterstand komen te staan. Volgens minister Hermans is dat echter geen wezenlijk probleem. Degenen die aan een topmasteropleiding deelnemen, worden vaak gesponsord, bijvoorbeeld door hun toekomstige werkgever. Bovendien kunnen ze zich een hogere studieschuld veroorloven omdat ze later vaak veel gaan verdienen.