Dat is een van de uitkomsten van het overleg zaterdag op Curaçao tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden.

Het was voor het eerst dat Nederland aanschoof bij besprekingen over nieuwe verhoudingen binnen het Koninkrijk. Een delegatie van Aruba was zaterdag aanwezig als toehoorder.

De Antilliaanse eilanden streven ernaar op 1 juli 2007 tot nieuwe verhoudingen met elkaar en met Nederland te komen. In een referendum spraken de inwoners van Curaçao en Sint Maarten zich eerder uit voor een status aparte. Op Saba en Bonaire kozen de bewoners voor directe banden met Nederland. De 1.400 stemgerechtigde inwoners van Sint Eustatius wilden de Antillen eigenlijk behouden.

Afgesproken is dat de partners na de gesprekken met Pechtold op 21 oktober opnieuw met elkaar om de tafel gaan. Dan moet een zogeheten hoofdlijnenakkoord worden gesloten. Dat akkoord dient als opmaat naar een Ronde Tafel Conferentie eind dit jaar.

Behalve de bilaterale gesprekken die Pechtold met de afzonderlijke eilanden zal aangaan, is zaterdag ook besloten gemengde werkgroepen in te stellen. Die gaan zich onder meer buigen over financiën, rechtszekerheid en deugdelijkheid van bestuur.

Pechtold noemde de afspraken zondag „een zeer belangrijke doorbraak voor de toekomst van de burgers en de eilandgebieden". „Nu is er een unieke kans om de problemen stevig aan te pakken", liet hij in een reactie weten.

Vorige week nog stelde de minister 4,5 miljoen euro ter beschikking aan de Antillen voor acute armoedebestrijding. Hij deed dat nadat met de Antilliaanse premier Ys was afgesproken dat staatkundige veranderingen en financieel-economische problemen tegelijk zouden worden behandeld. Ys had eerder begrepen dat Nederland die problemen opgelost wilde zien, voordat gesproken kon worden over nieuwe verhoudingen.