Buitenland

VN-lidstaten hebben veel om waar te maken

De VN-top van deze week in New York heeft duidelijk gemaakt waar het sterke punt van de wereldorganisatie ligt: op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Niet op het gebied van harde wereldpolitiek.

16 September 2005 20:22Gewijzigd op 14 November 2020 02:57

De Verenigde Naties zijn vaak nog omgeven met een ideaal van een wereldregering. De symboliek waarmee de organisatie zichzelf omgeeft en de taal waarin ze spreekt, wekken de indruk dat de VN vooral de mondiale gerechtigheid dienen. Maar in de zestig jaar dat de organisatie bestaat, is telkens gebleken dat deze aarde te groot is voor een wereldregering.

De VN zijn net een olietanker. Er is vooruitgang en er zijn mogelijkheden om bij te sturen. Maar snelle reacties op crisissituaties moet men er niet van verwachten. En dat is wat regeringen juist wel moeten kunnen.

In de afgelopen maanden bleek dat de ruim 190 lidstaten van de VN elkaar maar weinig speelruimte gunnen. Twee jaar geleden, bij de Irak-crisis, waren zelfs de grootmachten het erover eens dat de Veiligheidsraad hervorming nodig had. Maar toen het erop aankwam om dat in te vullen, kreeg men het niet voor elkaar.

Nog zo’n onderwerp is terrorisme. De lidstaten veroordeelden het zwaar. Maar men kreeg niet de gevraagde definitie op papier. Steeds loopt men weer aan tegen de positie van vrijheidsstrijders. Zijn de Tsjetsjenen nobele verdedigers van de rechten van hun volk of zijn het terroristen? Op zulke momenten heeft de wereldwijde volkerenorganisatie de flexibiliteit van een slak.

De top van deze week was de grootste uit de geschiedenis van de Verenigde Naties. De resultaten liggen echter nog vooral in de toekomst. De slotverklaring -die al klaar was voordat de top was begonnen- staat vol goede intenties, maar ze moeten allemaal nog worden waargemaakt.

Een voorbeeld daarvan is de verplichting die de VN-lidstaten zich opleggen om volkeren te beschermen tegen massamoord, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdrijven. Het is niet moeilijk hier iets moois in te zien - en velen zullen zich erover verbazen dat dit al niet bij de oprichting van de VN in het handvest stond. Maar of de VN op grond hiervan ooit tot een gewapende interventie zullen komen, blijft een kwestie van belangenpolitiek in de Veiligheidsraad. En daarvan moet men geen hoge verwachtingen koesteren.

Vooral de Amerikanen hebben al jaren de naam het schip van de VN te dwarsbomen. Het karakteristieke hoofd van de nieuwe VS-ambassadeur John Bolton zal ook in de komende jaren een dankbare kop van Jut blijven. In het licht hiervan was de constructieve toon van Bush deze week opvallend. Hij wekte de indruk verder te willen met de VN. Ook dit moet natuurlijk worden waargemaakt. Maar op dit punt is de lucht wel donkerder geweest.

Misschien was de top nog wel het meest succesvol als receptie van regeringsleiders. Talloze politici ontmoetten elkaar deze week in de wandelgangen van het wereldwijde platform. Mensen die elkaar vooral via de media kennen (en soms bestrijden), namen nu de kans een praatje te maken. Zo sprak de Israëlische premier Sharon met zijn Britse collega Blair, de Turkse premier Erdogan met president Talabani van Irak en Balkenende met de Surinamer Venetiaan. Het effect van zulke ontmoetingen is niet te meten, maar het wordt niet snel overschat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer