Grondige bijbelkennis gevraagd
Titel:
”Oude Testament in hoofdlijnen”
Auteur: J. Gordon McConville
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2001
ISBN 90 239 0846 5
Pagina’s: 207
Prijs: € 17,90. „De Bijbel heeft invloed gehad op de hele westerse cultuur. Sporen ervan vinden we in de literatuur en de beeldende kunst. Veel van onze westerse normen en waarden komen, vaak zonder dat we ons ervan bewust zijn, uit dit eeuwenoude boek en in het bijzonder het Oude Testament.” Vanuit deze invalshoek is het boek ”Oude Testament in hoofdlijnen” geschreven.
De uitgave is bedoeld voor een breed publiek en vooral gericht op buitenkerkelijken. De auteur, J. Gordon McConville, doceert Oude Testament aan het Cheltenham and Gloucester College of Higher Education. Dr. Hetty Lalleman-de Winkel verzorgde de vertaling. Hier en daar bewerkte ze de tekst naar de Nederlandse situatie.
J. Gordon McConville begint met een brede inzet. In het eerste hoofdstuk bespreekt hij ”De wereld van het Oude Testament”; daarna volgt ”De geschiedenis van het Oude Testament”. De hoofdstukken 3 en 4 behandelen ”Inhoud en compositie” en ”Kritische methoden en canon”. Vervolgens gaat het over ”christelijke en Joodse interpretaties”; de auteur eindigt met ”Het boek van God”.
Vanuit de gekozen doelgroep is het voor te stellen dat McConville begint met omtrekkende bewegingen. Nadeel van deze werkwijze is echter wel dat de lezer een enorme hoeveelheid feitenmateriaal moet doorwerken. Sumeriërs, Assyriërs, handelsroutes, geografische gesteldheid van het land Kanaän, steden, stamverbanden, rechtspraak en nog veel meer passeren de revue. Daarbij verwijst de auteur naar allerlei bijbelgedeelten.
Maar strikt genomen weet de ongelovige lezer nog weinig of niets van de inhoud en de compositie van de Bijbel, want die komen pas in hoofdstuk 3 aan de orde. Ook komen hier tal van plaatsverwijzingen voor, terwijl het begeleidende kaartje de meeste plaatsen niet vermeldt. Helemaal lastig wordt het als de schrijver de godsdiensten van de buurvolken in kort bestek behandelt.
Hoofdstuk 4 bevat opmerkingen over literaire kritiek, vormkritiek, redactionele kritiek en intertekstualiteit. De vertaalster heeft een bladzijde toegevoegd over de Amsterdamse School.
Pas in hoofdstuk 6 bespreekt McConville het Oude Testament als „boek van God” en trekt hij lijnen naar een theologie van het Oude Testament. Hierbij komen ook de mogelijkheden van toepassing voor onze maatschappij aan de orde.
De auteur schrijft met grote kennis van zaken en wetenschappelijke voorzichtigheid. Bijna steeds geeft hij aan dat er diverse opvattingen zijn over de zaken die hij aan de orde stelt.
Teleurgesteld
In het verleden heb ik al verschillende boeken van McConville gelezen, gewoonlijk met grote instemming. Inhoudelijk ben ik het ook met dit boek bijna altijd eens.
Toch heeft deze uitgave mij teleurgesteld. Ik weet namelijk niet goed voor wie dit boek geschikt is. In de afgelopen jaren ontmoette ik veel buitenkerkelijke mensen en met hen heb ik gesproken over de Bijbel. Velen wilden zich ook gaan verdiepen in de boodschap van de Heilige Schrift.
In geen enkel geval zou ik dit nieuwe boek echter aanbevelen. Het is veel te moeilijk en verwarrend. De meeste lezers zullen blijven steken in de eerste twee hoofdstukken, omdat zij een boek als dit niet ter hand nemen voor een politieke en godsdienstige uiteenzetting van het Oude Nabije Oosten.
De meeste ’buitenstaanders’ hebben behoefte aan een heldere introductie van het eigene van de Bijbel, om daarna met hun vragen te komen. Eventueel zijn ze geïnteresseerd in de doorwerking van het Oude Testament op onze cultuur, zoals de omslag het zegt.
Om aan hun verwachtingen te voldoen, had de auteur echter veel vertellender te werk moeten gaan, om daarna bijvoorbeeld te laten zien hoe in de schilderkunst Jozef, David en Jeremia zijn uitgebeeld. Hedendaagse kunstenaars en cultuurhistorici komen met dit boek niet veel verder.
Bijbelkennis
Om ”Oude Testament in hoofdlijnen” met vrucht te kunnen lezen, is mijns inziens een behoorlijk grondige bijbelkennis nodig. Dit boek lijkt meer geschikt voor studenten theologie, maar dan is het probleem dat het allerlei benaderingen met een enkele bladzijde afdoet. Ook zullen veel studenten er teleurgesteld over zijn dat het boek zo neutraal mogelijk is geschreven. Het geeft geen heldere visies over geloofsuitgangspunten, terwijl McConville die wel heeft. Daarom is dit boek, zowel voor studenten als voor ontwikkelde gemeenteleden, in veel opzichten lastig en onbevredigend.
Mijn conclusie is dat deze uitgave vooral interessant is voor wie al behoorlijk veel van de Bijbel weet, die op het gebied van uitlegkundige methoden al een eigen koers heeft bepaald en die vervolgens in kort bestek wil lezen hoe de recente stand van zaken is.