Twijfels bij mkb over herstel
De Nederlandse ondernemers in het midden- en kleinbedrijf betwijfelen of het herstel van de economie wel krachtig zal doorzetten. Na een goed begin van 2005 zijn in het tweede kwartaal de verwachtingen weer getemperd. Belangrijkste oorzaak is de stagnatie van de binnenlandse bestedingen.
Dat blijkt uit een dinsdag gepresenteerd onderzoek dat MKB- Nederland binnen eigen kring hield. De ondernemers zijn positiever dan in de voorgaande twee jaren, maar hebben geen vertrouwen in een snel en krachtig herstel. Sinds vorig jaar is er sprake van een zekere golfbeweging: de ondernemer denkt dat het wat beter gaat, maar zakt vervolgens terug in somberheid doordat de consument de hand op de knip houdt.
Net als bij de consument is het vertrouwen bij het midden- en kleinbedrijf tanende. Dat komt volgens MKB-voorzitter L. Hermans niet alleen doordat de burger weinig besteedt. De ondernemers zelf worden op 1 januari 2006 alleen al met veertien maatregelen in de fiscale en de sociale sfeer geconfronteerd. De mkb-werkgevers wachten daarom ook af en investeren niet of in beperkte mate.
Volgens Hermans zijn de maatregelen van het kabinet om de koopkracht te verbeteren, ontoereikend. Ook de ondernemers hebben volgens hem een duwtje in de rug nodig om het zo gewenste economische herstel goed in gang te zetten. „Zij bevinden zich op een omslagpunt en hebben een laatste zetje nodig. Alleen de consument is onvoldoende, lopen doe je op twee benen.”
Aan de vooravond van Prinsjesdag benadrukte de MKB-Nederland-voorzitter dat het kabinet de banengroei moet stimuleren door de loonkosten voor werkgevers te verminderen. Dat kan door de WW- en de WAO-premies met 1 miljard euro te verlagen. Een verlaging van de sociale premies is volgens Hermans financieel heel goed haalbaar. Het financieringstekort van de overheid zou in dat geval oplopen van 1,7 naar 1,9 procent. Door zogenaamde inverdieneffecten betaalt die maatregel zich de komende jaren vanzelf weer terug.
MKB-Nederland weet zich gesteund door een onderzoek van het EIM (Onderzoek voor Bedrijf en Beleid), dat eveneens een impuls van de ondernemers in het mkb door de regering noodzakelijk acht. „Dan pas zullen bedrijven investeren en dat leidt weer tot meer werkgelegenheid”, aldus de directeur van het EIM, P. van Roesel, dinsdag in een toelichting.
Het kabinet moet volgens hem niet alleen aan de sociale premies sleutelen, maar ook investeringen uitlokken door middel van een algemene investeringsaftrek en het instellen van innovatiefondsen. Niet iedere maatregel hoeft geld te kosten, want ondernemers zijn ook gebaat bij „een betere toegang tot de beschikbare kennis en het wegnemen van belemmeringen in de regelgeving. Het is een wat platgetreden paadje, maar nog steeds nodig.” Hij wijst op slepende vergunningstrajecten en het ontslagrecht.
Uit het onderzoek blijkt verder dat er voor het elfde achtereenvolgende kwartaal (bijna drie jaar) binnen het mkb sprake was van een omvangrijk banenverlies. Het tempo van banenverlies neemt wel af. In het eerste kwartaal verdwenen 52.000 arbeidsplaatsen, in het tweede kwartaal gingen nog eens 116.000 banen verloren.
De economische ontwikkeling heeft het verlies van banen gehalveerd, maar is nog ver verwijderd van groei. Volgens MKB-Nederland laat de recente toename van uitzendwerk zien dat ondernemers er niet voldoende vertrouwen in hebben dat het economisch herstel op korte termijn zal doorzetten. Een lichtpuntje voor het midden- en kleinbedrijf is wel dat de huidige arbeidsmarkt ervoor zorgt dat ondernemers gemakkelijker aan geschikt personeel kunnen komen. In het tweede kwartaal daalde het aantal openstaande vacatures van 65.000 naar 46.000.
Bij bedrijven met niet meer dan honderd werknemers werkten vorig jaar volgens het EIM nog ruim 4 miljoen mensen.